Verbes reguliers en -er

Les verbes réguliers en -er

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les verbes réguliers en -er

Slide 1 - Tekstslide

Aujourd'hui



  • Les verbes réguliers en -er

Na deze les weten/kunnen jullie op de juiste manier een regelmatig werkwoord dat op -er eindigt te vervoegen en te herkennen in het Frans.


Slide 2 - Tekstslide

De stam
De stam maak je door -ER van het hele werkwoord  af te halen. Later plak je hier de uitgangen achter...

Bijvoorbeeld:
parler --> parl-
danser --> dans-

Slide 3 - Tekstslide

Regelmatige ww op -er
De meeste werkwoorden in het Frans eindigen op -ER
Bijvoorbeeld:
  • danser
  • travailler
  • donner
Bijna al deze werkwoorden worden op dezelfde manier vervoegd. Dit noemen we de regelmatige werkwoorden op-er. 

Slide 4 - Tekstslide

De uitgangen

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de stam van het werkwoord 'chercher'?
timer
0:30

Slide 6 - Open vraag

Chercher
Oublier
Habiter
Aimer
Houden van
Wonen
Zoeken
Vergeten

Slide 7 - Sleepvraag

Écouter
Regarder
Travailler
Trouver
Vinden
Luisteren naar
Kijken naar
Werken

Slide 8 - Sleepvraag

Kies de juiste zin.
ww = PARLER
timer
0:30
A
Nous parles français.
B
Nous parlons français.
C
Nous parlent français
D
Nous parlez français.

Slide 9 - Quizvraag

Kies de juiste zin.
ww = REGARDER
timer
0:30
A
Ils regardes le football.
B
Ils regardons le football.
C
Ils regardez le football.
D
Ils regardent le football.

Slide 10 - Quizvraag

Kies de juiste zin.
ww = PARLER
timer
0:30
A
Vous parle japonais.
B
VOus parles japonais.
C
Vous parlez japonais.
D
Vous parlent japonais.

Slide 11 - Quizvraag

Zet in de goede vorm:
tu (regarder) ____________
timer
0:30
A
regarde
B
regardes
C
regardons
D
regardent

Slide 12 - Quizvraag

Zet in de goede vorm:
vous (arriver) ____________
timer
0:30
A
arrive
B
arrives
C
arrivons
D
arrivez

Slide 13 - Quizvraag

Zet in de goede vorm:
ils (gagner) ____________
timer
0:30
A
gagnes
B
gagnons
C
gagnent
D
gagnez

Slide 14 - Quizvraag

Zet in de goede vorm:
nous (trouver) ____________
timer
0:30
A
trouvez
B
trouvons
C
trouves
D
trouvent

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm:
Nous (détester)
timer
0:30
A
déteste
B
détestez
C
détestons
D
détestent

Slide 16 - Quizvraag

Weet je nog?

Slide 17 - Tekstslide

Kies de juiste vorm
J' (aimer)
timer
0:30
A
aimons
B
aime
C
aimez
D
aiment

Slide 18 - Quizvraag

Kies de juiste vorm
Ils (jouer)
timer
0:30
A
jouent
B
jouons
C
jouez
D
joue

Slide 19 - Quizvraag

Kies de juiste vorm
Vous (chanter)
timer
0:30
A
chantons
B
chantez
C
chante
D
chantent

Slide 20 - Quizvraag

Kies de juiste vorm
Le copain (danser)
timer
0:30
A
dansons
B
danses
C
dansez
D
danse

Slide 21 - Quizvraag

Welke vervoeging is onjuist
timer
0:30
A
Je danse
B
Elles danse
C
On danse
D
Vous dansez

Slide 22 - Quizvraag

Hoe vervoeg je het werkwoord 'oublier': nous .....?
timer
0:50

Slide 23 - Open vraag

Hoe vervoeg je het werkwoord 'adorer': Roos et Floor ...... ?
timer
0:50

Slide 24 - Open vraag

e
ons
e
es
ez
ent
Nous + stam-
Vous + stam-
Ils + stam-
Je + stam-
Tu + stam-
Il + stam-

Slide 25 - Sleepvraag

Hoe goed snap je het nu?
A
Het lukt niet! :(
B
Als ik het oefen lukt het wel.
C
Het gaat al best goed!
D
Makkie:)

Slide 26 - Quizvraag

C'est la fin🏁

Slide 27 - Tekstslide