24-les28maart-1h-pers.vnw-Verbes reguliers en -er

1. les devoirs contrôle
Wisbordjes
Chapitre 1: het persoonlijk voornaamwoord herhaling

- ex.30 c en 31 a (wb, p. 48, 49)







1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

1. les devoirs contrôle
Wisbordjes
Chapitre 1: het persoonlijk voornaamwoord herhaling

- ex.30 c en 31 a (wb, p. 48, 49)







Slide 1 - Tekstslide

Vertaal het persoonlijk voornaam woord in het Frans

Hulpmiddelen: p. 48
ik ..................                                            u....................
jij .................
hij/zij..............
wij ..................
jullie ................
zij (m) ...............
zij (v) ...................
timer
4:00

Slide 2 - Tekstslide

Ik herken de Franse persoonlijke voornaamwoorden.

Slide 3 - Tekstslide

Les verbes réguliers en -er

timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Regelmatige ww op -er
De meeste werkwoorden in het Frans eindigen op -ER
Bijvoorbeeld:
  • danser
  • aimer
  • adorer
Bijna al deze werkwoorden worden op dezelfde manier vervoegd. Dit noemen we de regelmatige werkwoorden op-er. 

Slide 5 - Tekstslide

Aujourd'hui



  • Leerdoelen

Na deze les weten/kunnen jullie op de juiste manier een regelmatig werkwoord dat op -er eindigt te gebruiken in een zin.


Slide 6 - Tekstslide

Regelmatige ww. op -er-
Bekijk het filmpje. Maak de onderstaande opdracht in je schrift
(zie volgende dia)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

STAP1: De stam
De stam maak je door ....... ................

Bijvoorbeeld:
parler ............
danser .............

Slide 9 - Tekstslide

Stap 2: zet de uitgangen achter de stam
Je stam..
Tu stam..
Il/Elle/on stam..
Nous stam..
Vous stam.
Ils/Elles stam..

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Tu te souviens? 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Au travail
Chapitre 2: ww. op -er
Prenez vos livres à la page 74

ex. 18 jeu des verbes (in tweetallen)
hulpmiddelen: grammaire D (wb, p. 93)
Klaar?  fais ex.19 à la page 74. 

timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Wat is de stam van het werkwoord 'chercher'?
timer
0:30

Slide 16 - Open vraag

Kies de juiste zin.
ww = PARLER
timer
0:30
A
Nous parles français.
B
Nous parlons français.
C
Nous parlent français
D
Nous parlez français.

Slide 17 - Quizvraag

Kies de juiste zin.
ww = REGARDER
timer
0:30
A
Ils regardes le football.
B
Ils regardons le football.
C
Ils regardez le football.
D
Ils regardent le football.

Slide 18 - Quizvraag

Kies de juiste zin.
ww = PARLER
timer
0:30
A
Vous parle japonais.
B
VOus parles japonais.
C
Vous parlez japonais.
D
Vous parlent japonais.

Slide 19 - Quizvraag

Zet in de goede vorm:
tu (regarder) ____________
timer
0:30
A
regarde
B
regardes
C
regardons
D
regardent

Slide 20 - Quizvraag

Zet in de goede vorm:
vous (arriver) ____________
timer
0:30
A
arrive
B
arrives
C
arrivons
D
arrivez

Slide 21 - Quizvraag

Zet in de goede vorm:
ils (gagner) ____________
timer
0:30
A
gagnes
B
gagnons
C
gagnent
D
gagnez

Slide 22 - Quizvraag

Les devoirs
Chapitre 2
Apprends grammaire D (wb, p. 93). Gebruik slimstampen.
Fais: 

ex. 16d, 17  (p.73, 74)
ex. 10a,b,c (p.143,144)

Slide 23 - Tekstslide

Zet in de goede vorm:
nous (trouver) ____________
timer
0:30
A
trouvez
B
trouvons
C
trouves
D
trouvent

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm:
Nous (détester)
timer
0:30
A
déteste
B
détestez
C
détestons
D
détestent

Slide 25 - Quizvraag

Kies de juiste vorm
Je/J' (aimer)
timer
0:30
A
aimons
B
aime
C
aimez
D
aiment

Slide 26 - Quizvraag

Kies de juiste vorm
Ils (jouer)
timer
0:30
A
jouent
B
jouons
C
jouez
D
joue

Slide 27 - Quizvraag

Kies de juiste vorm
Vous (chanter)
timer
0:30
A
chantons
B
chantez
C
chante
D
chantent

Slide 28 - Quizvraag

Kies de juiste vorm
Le copain (danser)
timer
0:30
A
dansons
B
danses
C
dansez
D
danse

Slide 29 - Quizvraag

Welke vervoeging is onjuist
timer
0:30
A
Je danse
B
Elles danse
C
On danse
D
Vous dansez

Slide 30 - Quizvraag

Hoe vervoeg je het werkwoord 'oublier': nous .....?
timer
0:50

Slide 31 - Open vraag

e
ons
e
es
ez
ent
Nous + stam-
Vous + stam-
Ils + stam-
Je + stam-
Tu + stam-
Il + stam-

Slide 32 - Sleepvraag

Hoe vervoeg je het werkwoord 'adorer': Roos et Floor ...... ?
timer
0:50

Slide 33 - Open vraag

Vertaal het werkwoord BEGINNEN
timer
0:30
A
Aimer
B
Détester
C
Écouter
D
Commencer

Slide 34 - Quizvraag

Vertaal het werkwoord ADORER
timer
0:30

Slide 35 - Open vraag

Chercher
Oublier
Habiter
Aimer
Houden van
Wonen
Zoeken
Vergeten

Slide 36 - Sleepvraag

Écouter
Regarder
Travailler
Trouver
Vinden
Luisteren naar
Kijken naar
Werken

Slide 37 - Sleepvraag

Vertaal het werkwoord AANKOMEN
timer
0:30
A
Oublier
B
Habiter
C
Organiser
D
Arriver

Slide 38 - Quizvraag

BONJOUR CHERS ÉLÈVES!
Bonjour
et 
bienvenue!!
Jeudi 28 mars 2024

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Le sac à dos par terre s.v.p. 
STARTKLAAR!
timer
1:00

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Tijd over? les devoirs
Wat?
ex. 17  (p.73, 74)
Hoe en hoe lang?
ex. 17 eerst indiv. daarna check  in duo's  10 min
Eerder klaar?
ex. 10a,b,c (p.143,144)
Iedereen klaar?
Opdracht nakijken
Hulpmiddelen
16b (wb, p. 72)
Tijd over?
ex. 18 jeu (p. 75)

Slide 43 - Tekstslide

C'est la fin🏁

Slide 44 - Tekstslide