2M1 - H5 herhalingsvragen
1 / 30
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
De burgemeester wordt gekozen door
A
de koning
B
het volk
C
de regering
D
de gemeenteraad
Slide 4 - Quizvraag
De gemeenteraad wordt gekozen door:
A
de koning
B
het volk
C
de minister
D
kamerleden
Slide 5 - Quizvraag
Wie is de voorzitter van het provinciebestuur?
A
Gemeenteraad
B
Commissaris van de Koning
C
Burgemeester
D
de Koning
Slide 6 - Quizvraag
Hoe heet de volksvertegenwoordiging van de gemeente?
A
gedeputeerde staten
B
provinciale staten
C
college van B&W
D
gemeenteraad
Slide 7 - Quizvraag
Door wie worden de leden van Eerste Kamer gekozen?
A
Door de gemeenteraad
B
Direct door het volk
C
Door Provinciale Staten
D
Door de Tweede Kamer
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Hoe heette de eerste vorm van de Europese Unie?
A
De EU
B
De EEG
C
De EGKS
D
De EGES
Slide 10 - Quizvraag
Welk land zat niet in de Benelux?
A = Nederland
B = Luxemburg
C = België
D = Duitsland
A = Nederland
B = Luxemburg
C = België
D = Duitsland
A
Nederland
B
Luxemburg
C
België
D
Duitsland
Slide 11 - Quizvraag
Het dagelijkse bestuur van Europa heet....
A
De raad van Europa
B
Het Europese parlement
C
De Europese commissie
Slide 12 - Quizvraag
Hoe wordt de volksvertegenwoordiging van de EU ook wel genoemd?
A
Europees Parlement
B
Europese Commissie
C
Raad van Minister
D
Raad van de Europese Unie
Slide 13 - Quizvraag
Sleep de onderstaande instelling naar de juiste omschrijving:
Dagelijks bestuur van de EU.
Deze instelling bestaat uit ministers van regeringen van alle EU-landen.
Bestaat uit 750 leden en zijn door de Europese burgers gekozen.
Europese Commissie
Raad van de Europese Unie
Europees Parlement
Slide 14 - Sleepvraag
Slide 15 - Tekstslide
Wat betekent de Koude Oorlog?
A
Een oorlog gevoerd in een koude periode
B
Een oorlog waarin veel actie ondernomen wordt
C
Een oorlog waarin weinig actie ondernomen wordt
Slide 16 - Quizvraag
Welke twee landen staan hier symbolisch afgebeeld?
A
Groot-Brittannië en Duitsland
B
Verenigde Staten en Sovjet-Unie
C
Verenigde Staten en Frankrijk
D
Groot-Brittannië en de Europese Unie
Slide 17 - Quizvraag
Wat is een invloedssfeer?
A
Een leider met veel invloed op het land
B
Gebied waar een land invloed heeft
C
Een gebied waar een ontzettend gezellige sfeer is
D
Gebied waar een land geen invloed heeft
Slide 18 - Quizvraag
Onder welke invloedssfeer valt Nederland?
A
Westblok en kapitalisme
B
Westblok en communisme
C
Oostblok en kapitalisme
D
Oostblok en communisme
Slide 19 - Quizvraag
Berlijnse Muur werd gebouwd in?
A
1945
B
1960
C
1961
D
1989
Slide 20 - Quizvraag
Wat is NIET waar over de Berlijnse Muur?
A
Het was een idee van de BRD
B
De Berlijnse Muur sloot het IJzeren Gordijn volledig
C
De Berlijnse Muur werd gemaakt zonder overleg tussen BRD en DDR
D
De Berlijnse Muur is hét symbool voor de Koude Oorlog
Slide 21 - Quizvraag
De Berlijnse Muur is gebouwd in vier fasen:
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Fase 4
Slide 22 - Sleepvraag
Slide 23 - Tekstslide
Wat is dekolonisatie?
A
Onafhankelijk worden van kolonies
B
Kolonies veroveren
C
Kolonies ontwikkelen zich
Slide 24 - Quizvraag
Als Japan Nederland verslaat in Indonesië, is Indonesië onafhankelijk
A
Goed
B
Fout
Slide 25 - Quizvraag
Wie wilde graag onafhankelijkheid voor Indonesië?
A
Nederland
B
Indonesië
C
Beide landen
D
Geen van beide landen
Slide 26 - Quizvraag
wie was Soekarno?
A
een Indonesische vrijheidsstrijder
B
een Indonesische soldaat
C
de eerste president van Indonesië
D
de derde president van Indonesië
Slide 27 - Quizvraag
Welke Nederlandse kolonie
wordt hier links
weergegeven?
wordt hier links
weergegeven?
A
Suriname
B
Curaçao
C
Indonesië
Slide 28 - Quizvraag
Wanneer waren de Politionele Acties in Indonesië?
A
1945-1946
B
1947-1948
C
1948-1949
D
1950-1953
Slide 29 - Quizvraag
De soevereiniteitsoverdracht van Nederland aan Indonesië was in...
A
1945
B
1947
C
1949
D
1940
