Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
4H Parlementaire Democratie quiz
Parlementaire Democratie quiz
1. Wat is democratie
2. Politieke stromingen
3. Politieke partijen
4. Verkiezingen
1 / 20
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Maatschappijleer
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Parlementaire Democratie quiz
1. Wat is democratie
2. Politieke stromingen
3. Politieke partijen
4. Verkiezingen
Slide 1 - Tekstslide
Eerst uit "Wat is democratie"
Politieke grondrechten zijn (meerdere)
A
Demonstreren
B
Stemmen
C
Een partij oprichten
D
Passief kiesrecht
Slide 2 - Quizvraag
Een pure directe democratie
A
kent geen volksvertegenwoordigers
B
heeft geen referenda
C
ontzegt burgers kiesrecht
D
heeft veel demonstraties
Slide 3 - Quizvraag
Kenmerken van democratie
A
absolute vrijheid van meningsuiting
B
meeste stemmen gelden (meerderheidsprincipe)
C
Populisme
D
persvrijheid
Slide 4 - Quizvraag
Dictaturen hebben
A
machtenscheiding
B
geen tv of kranten
C
geen verkiezingen
D
een grote efficiency in besturen
Slide 5 - Quizvraag
uit par 2 Politieke stromingen
"Ieder voor zich" past het meest bij...
A
het liberalisme
B
het socialisme
C
het confessionalisme
D
christendemocraten
Slide 6 - Quizvraag
Samen zingen hoort bij saamhorigheid. Bij welke stromingen zie je zangkoren vaak terug?
A
Socialisme
B
Communisme
C
Christendemocraten
D
Liberalen
Slide 7 - Quizvraag
Populisten zeggen de wil van het volk te vertegenwoordigen. Populisten...
A
werken daarom graag samen met machthebbers
B
zijn gericht op internationaal samenwerken
C
zijn voor tradities, zoals Sinterklaas
D
zijn niet per se links of rechts
Slide 8 - Quizvraag
Welke stroming is geen ideologie?
A
Liberalisme
B
Populisme
C
Socialisme
D
Confessionalisme
Slide 9 - Quizvraag
uit par 3 Politieke Partijen
Wat hoort er niet bij.
Een politieke partij ...
A
heeft vaak maar één belang
B
is een groep met dezelfde ideeën over de samenleving
C
doet mee in politieke organen die het land besturen
D
komt meestal voort uit een ideologie
Slide 10 - Quizvraag
Belangengroepen zijn bijv. de ANWB, patiëntenverenigingen, ondernemersverenigingen e.d. Zij:
A
willen graag meebesturen
B
komen op voor het algemeen belang
C
lobbyen en zitten in adviesraden voor de politiek
D
proberen mee te doen aan verkiezingen
Slide 11 - Quizvraag
Wat is GEEN functie van een politieke partij
A
Bundelen van ideeën
B
Informeren van kiezers
C
Selectie van kandidaten voor politieke functies
D
Belasting heffen
Slide 12 - Quizvraag
Het politieke spectrum
A
bepaalt waar je zit in de Tweede Kamer
B
bepaalt de indeling van het stembiljet
C
is een assenstelsel
D
verdeelt politieke partijen in kleuren
Slide 13 - Quizvraag
politiek spectrum :
- links vs. rechts
- progressief vs. conservartief
A
ik begrijp dit goed
B
ik begrijp dit een beetje
C
ik vind dit moeilijk
D
ik heb dit nooit eerder gezien
Slide 14 - Quizvraag
Als je voor tradities bent (zoals Zwarte Piet) en vindt dat rijken veel belasting moeten betalen, dan ben je
A
links-conservatief
B
rechts-conservatief
C
links-progressief
D
rechts-progressief
Slide 15 - Quizvraag
Een partij wil een nieuw klimaatbeleid en in het onderwijs echte kansengelijkheid. Dan is die partij
A
links-progressief
B
rechts-progressief
C
links-liberaal
D
populistisch
Slide 16 - Quizvraag
uit par 4 Verkiezingen
In Nederland stemmen we
A
altijd op de lijsttrekker
B
als we ouder dan 18 zijn
C
bij 5 verkiezingen (nl ook op waterschappen)
D
meestal op dezelfde partij (niet zwevend)
Slide 17 - Quizvraag
Vijf verkiezingen dus.
Welke verkiezing bepaalt de samenstelling van de 1e kamer?
A
Europese Verkiezingen
B
Tweede Kamer verkiezingen
C
Provinciale Staten
D
Gemeente- en Waterschapsverkiezingen
Slide 18 - Quizvraag
Spindoctors en mediacratie hebben niets met elkaar te maken
A
Dat klopt
B
Nee, ze hebben juist alles met elkaar te maken
C
Spindoctors werken bij Artis
D
Sinds Youtube hebben spindoctors niets meer te doen
Slide 19 - Quizvraag
Bij een evenredige vertegenwoordiging
A
hoort de kiesdeler
B
hebben grote partijen meer voordeel
C
kun je makkelijk een coalitie-akkoord sluiten
Slide 20 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Hoofdstuk 3 - Wat gebeurt er bij verkiezingen?
September 2021
- Les met
45 slides
door
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
Hoofdstuk 3 - Wat gebeurt er bij verkiezingen?
September 2021
- Les met
42 slides
door
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
Hoofdstuk 8 (KGT) Politieke systemen in andere landen
November 2021
- Les met
23 slides
door
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
Hoofdstuk 8 (kgt) Politieke systemen in andere landen
November 2021
- Les met
23 slides
door
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
Je stem laten horen
Mei 2024
- Les met
11 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Parlementaire democratie: politieke partijen
Juli 2021
- Les met
18 slides
door
Seneca Burgerschap
Maatschappijleer
Middelbare school
havo
Leerjaar 4,5
Seneca Burgerschap
Parlementaire democratie: politieke partijen
Augustus 2021
- Les met
18 slides
door
Seneca Burgerschap
Maatschappijleer
Middelbare school
havo
Leerjaar 4,5
Seneca Burgerschap
Je stem laten horen
Mei 2024
- Les met
12 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 3