Les 2

Oplossingsgerichte gespreksvaardigheden
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Oplossingsgerichte gespreksvaardigheden

Slide 1 - Tekstslide

Is je iets opgevallen bij binnenkomst/ begin van de les?

Slide 2 - Tekstslide

Programma 
  • Lesdoelen
  • Terugblik basiscommunicatie en kenmerken oplossingsgericht werken
  • Doelen stellen
  • Evaluatie en vooruitblik

  • Social media pauze na ca. 45 min. (ook voor roken, eten, toilet, etc.)

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les ben ik in staat:

- een oplossingsgericht gespreksdoel te stellen volgens de richtlijnen van oplossingsgerichte gespreksmethode.

- weer te geven wat de kenmerken zijn van oplossingsgerichte bejegening.
- weer te geven wat de functie van het stellen van een gespreksdoel is. 
- de verschillende vragen te benoemen, om te komen tot een gespreksdoel
   

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik: Basisvaardigheden
> Actief luisteren
> Samenvatten 
> Doorvragen
> Open vragen stellen
> Complimenteren

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik: Kwestie van kijken
> Positief/negatief
> Oorzaak/oplossing 
> Verleden/toekomst


Slide 6 - Tekstslide

Terugblik: Oplossingsgerichte gespreksmethode
> Wees een OEN
> Houding: positief, respectvol en gelijkwaardig. 
>  Je volgt het tempo van cliënt.

> Wie is expert? Cliënt of hulpverlener?
> "Hulpverlenen" of samenwerken?


Slide 7 - Tekstslide

Uitgangspunten:

> Als iets goed werkt; meer van doen.
> Als iets niet goed werkt: iets anders doen.
> Oplossing hoeft geen direct verband te hebben 
met het probleem.
> Verandering is er altijd.
> Kleine stapjes; grote verandering.

Combinatie houding en gesprekstechnieken.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht vorige week - afronding

Presenteer wat je hebt opgeschreven en beantwoord de vraag:

Welke onderdelen kun je goed gebruiken bij oplossingsgerichte gespreksvoering?







Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 1
Schrijf op voor jezelf:

1. Waar was je in de afgelopen twee weken trots op of blij mee?
2. Waar kijk je naar uit de komende maand, wat wil je gaan doen of bereiken?

Slide 10 - Tekstslide

Wat vind jij belangrijk in de bejegening van cliënten in de MZ?

Slide 11 - Open vraag

Opdracht 2: bejegening
Geef individueel antwoord op de volgende vragen:

- Wat is volgens jou een prettige bejegening naar een cliënt?
- Hoe merkt een cliënt aan een hulpverlener wanneer hij respect heeft voor hem/haar?
- Hoe merkt een cliënt dan een hulpverlener betrokken is?
- Hoe merkt een cliënt dan een hulpverlener empathisch is?
- Hoe merkt een cliënt dat een hulpverlener integer is?

We bespreken de antwoorden klassikaal.


timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Houding/bejegening
> Wees een OEN
> Houding: positief, respectvol en gelijkwaardig. 
> Je volgt het tempo van cliënt.
> Wie is expert? Cliënt of hulpverlener?
> "Hulpverlenen" of samenwerken?
> Hoe stel je dan doelen?


Slide 13 - Tekstslide

Doelen stellen
> Positief geformuleerd, wat wél i.p.v. niet.
> Gericht op de toekomst.
> Gericht op de oplossing, niet op het probleem.

B.v. Cliënt met Obesitas, wil om af te kunnen vallen niet meer snacken in de avond voor de tv. 

Hoe ga je met cliënt het gesprek aan?



Slide 14 - Tekstslide

Helpende vragen:

Waar hoop je op? Welke verschil zal dat maken? Wanneer merk je dat je beter gaat? Wat wil je voor het probleem in de plaats?

> Cliënt is expert over zijn eigen leven.
> Als hulpverlener help je door de juiste vragen te stellen, wees een OEN, geen OMA

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 3: doelen stellen
> Werk in duo's, één persoon stelt de vragen, de ander beantwoord de vragen. Na de 1e ronde ruilen jullie van rol.
> Neem de aantekeningen van opdracht 1 erbij en bespreek met elkaar de volgende vragen. 

- Wanneer zou je dit gesprek de moeite waard vinden?
- Waar ben je trots op of was je blij was in de afgelopen twee weken.?
- Wat wil je gaan doen/bereiken in de komende maand?
- Hoe  ziet dat er precies uit?
- Hoe zou je het merken wanneer je dat bereikt hebt?
- Hoe zou je het jezelf makkelijker kunnen maken om dit te bereiken?

Nummer 1 maakt aantekeningen van de antwoorden die nummer 2 geeft. Na de vragen maakt nummer 1 een samenvatting van de antwoorden van nummer 2 en vraagt of de samenvatting klopt. Daarna draaien jullie de rol om.

We bespreken de oefening klassikaal.







Slide 16 - Tekstslide

Logboek
Vul je logboek in:

> Wanneer zou je aan het eind van deze leereenheid tevreden zijn?
> Schrijf voor jezelf een leerdoel voor deze leereenheid.

Slide 17 - Tekstslide

Logboek
Vul je logboek in:

> Wat was volgens jou het belangrijkst van deze les?
> Wat is volgens jou het belangrijst van de bejegening binnen oplossingsgerichte gesprekstechnieken en het stellen van een doel.


Slide 18 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les ben ik in staat:

- een oplossingsgericht gespreksdoel te stellen volgens de richtlijnen van oplossingsgerichte gespreksmethode.

- weer te geven wat de kenmerken zijn van oplossingsgerichte bejegening.
- weer te geven wat de functie van het stellen van een gespreksdoel is. 
- de verschillende vragen te benoemen, om te komen tot een gespreksdoel
   

Slide 19 - Tekstslide

Vooruitblik
Lees:
-  Leswijzer, theorie les 3

Oriënteren:
Neem een casus mee uit de BPV. Een hulpverleningssituatie waarin een cliënt een hulpvraag heeft, of een situatie waarmee je moeite hebt op je BPV. Dit kan gerelateerd zijn aan een cliënt of een collega.

Volgende week:
De wondervraag.

Slide 20 - Tekstslide

Ik vond de les...
Prima                                            Mweh                                 Niet te doen

Vertel... wat gaat goed, wat kan beter?

Slide 21 - Tekstslide