week 8 deventer

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
anatomie, fysiologie en pathologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is rumineren?
A
braken
B
zuurbranden
C
opnieuw naar boven halen van voedsel door middel van tong en keel
D
terug stromen van maaginhoud naar de slokdarm

Slide 2 - Quizvraag

welk gebied van de hersenen is betrokken bij het braken?
A
de nervus vagus
B
het braakcentrum
C
de braakcellen
D
de evenwichtszenuw

Slide 3 - Quizvraag

wat is GEEN gevolg van langdurig braken?
A
aspiratiepneumonie= longontsteking
B
uitdroging
C
beschadiging van het slokdarm slijmvlies

Slide 4 - Quizvraag

In welke houding help je een zorgvrager bij het braken, als hij niet rechtop kan zitten?
A
Je helpt de zorgvrager op zijn buik te gaan liggen
B
je helpt de zorgvrager op zijn zij te gaan liggen
C
je helpt de zorgvrager op zijn rug te gaan liggen
D
je helpt een zorgvrager te gaan staan

Slide 5 - Quizvraag

oesophagus
hepar
colon
Galblaas
gaster

pancreas
intestinum tenue

Slide 6 - Sleepvraag

Welke 6 voedingsstoffen heb je nodig voor je lichaam?

Slide 7 - Open vraag

IJzer
A
Organisch
B
Anorganisch

Slide 8 - Quizvraag

Waarom zijn vezels in je voeding belangrijk?
A
Ze zijn in kleine hoeveelheden nodig in je lichaam
B
Het is een goed transport middel
C
Ze bevorderen een goede stoelgang
D
ze beschermen je lichaam

Slide 9 - Quizvraag

Suikers worden in je lichaam ongezet in glucose wat als brandstof kan dienen. Wat gebeurt er met het teveel aan glucose?
A
Dat wordt onmiddellijk verband
B
Dat wordt opgeslagen in je weefsels
C
Dat wordt omgezet in glycogeen en opgeslagen in je lever
D
Dat wordt onmiddellijk uitgescheiden

Slide 10 - Quizvraag

Wat gebeurt er met het teveel aan vetten?
A
Dat wordt onmiddellijk verbrand
B
Dat wordt opgeslagen in je weefsels
C
Dat wordt omgezet in glycogeen en opgeslagen in je lever
D
Dat wort onmiddellijk uitgescheiden

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn voorbeelden van anorganische stoffen?
A
chroom en kalium
B
calcium en magnesium
C
fluor en koper
D
jodium en zink

Slide 12 - Quizvraag

wat is waar over aminozuren?
A
Essentiele aminozuren, maken we zelf aan
B
je lichaam maakt beide aminozuren niet zelf aan.
C
Essentiele aminozuren, maken we niet zelf aan
D
Niet essentiële aminozuren maken we niet zelf aan

Slide 13 - Quizvraag

Waar hebben we vetten voor nodig
A
Transport
B
herstel lichaam
C
Energie
D
Vormen een onderdeel van enzymen en hormonen

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wat heb je geleer deze week?

Slide 18 - Woordweb

Fijne vakantie!

Slide 19 - Tekstslide