week 9 zutphen

• anatomie, fysiologie en pathologie
• MBO
• Studiejaar 1

oesophagus

hepar

colon

Galblaas

gaster

pancreas

intestinum tenue

Wat is rumineren?

1. braken
2. zuurbranden
3. opnieuw naar boven halen van voedsel door middel van tong en keel
4. terug stromen van maaginhoud naar de slokdarm

welk gebied van de hersenen is betrokken bij het braken?

1. de nervus vagus
2. het braakcentrum
3. de braakcellen
4. de evenwichtszenuw

wat is GEEN gevolg van langdurig braken?

1. aspiratiepneumonie= longontsteking
2. uitdroging
3. beschadiging van het slokdarm slijmvlies

In welke houding help je een zorgvrager bij het braken, als hij niet rechtop kan zitten?

1. Je helpt de zorgvrager op zijn buik te gaan liggen
2. je helpt de zorgvrager op zijn zij te gaan liggen
3. je helpt de zorgvrager op zijn rug te gaan liggen
4. je helpt een zorgvrager te gaan staan

braakcentrum is actief

persoon neemt een diepe ademteug

strotklepje sluit de luchtpijp af

buikspieren spannen aan en middenrif wordt vlakker

polsslag is verhoogd, zweten, meer speeksel productie

sluitspier van de maag naar de darm ontspant

sluitspier van de maag naar de slokdarm ontspant, inhoud gaat in 1 beweging naar buiten

1

2

3

4

5

6

7

insuline

• Als je teveel glucose in je bloed hebt wordt insuline afgegeven. 
• insuline zorgt ervoor dat glucose als glycogeen wordt opgeslagen in de spieren en lever. Dit wordt dan bewaard voor later.
  

glucagon

• Als je te weinig glucose in je bloed hebt wordt er glucagon afgegeven.
  
• Glucagon zorgt ervoor dat glycogeen wordt omgezet in glucose.
  
• De hoeveelheid suiker in je bloed wordt hoger.
  

          glycogeen => glucose