3MT1D 3MT2D 28 mei Formuleren 4.3 Verwijzen

4.3
Periode 4
3MT1D/3MT2D
28 mei
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

4.3
Periode 4
3MT1D/3MT2D
28 mei

Slide 1 - Tekstslide

  • Weekplanning
  • Doel van de les
  • Wat weet je al?
  • Theorie: video
  • Klassikale inoefening: LessonUp
  • Aan de slag:zelfstandig: Extra opdracht 1,2
Programma vandaag:

Slide 2 - Tekstslide

Weekplanning
Zie ook:
Teams >
Nederlands >
Bestanden >
Periode 4

Slide 3 - Tekstslide

Je verwijst correct.
Je gebruikt het juiste getal (enkelvoud of meervoud) voor de persoonsvorm.

Doelen van de les:

Slide 4 - Tekstslide

invuloefening klassikaal
Wat weet je al?

Slide 5 - Tekstslide

 Kies uit ze, zij, hun, hen

Mark en Amy treden af als bestuurslid.         Zij                                 zijn niet herkiesbaar.
2. Volgens            hen             is mijn stage juist uitstekend verlopen.
3 . Maak jij de notulen?   Ze         moeten morgenmiddag verstuurd worden.
4. Om twee uur gaat      hun                   trein. Breng jij        hen             weg?
5. Het bedrijf levert           hun           niet alleen het plantmateriaal, maar ook technische assistentie.
6. De voorzitter bedankt de aanwezige leden voor      hun              komst.







Slide 6 - Tekstslide

Theorie:
Video Verwijzen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Klassikale inoefening
Opdracht 3

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Kijk, dat zijn de werkschoenen .......... ik zo graag wil.

Slide 11 - Open vraag

Sem loopt stage bij een bedrijf ........ gespecialiseerd is in autobanden.

Slide 12 - Open vraag

Marloes ging de teamleider bellen, ......... ik niet zo verstandig vond.

Slide 13 - Open vraag

Vul in: wie of waar plus het juiste voorzetsel.
           De klant     ..........     je vanochtend je kaartje hebt gegeven, heeft zojuist gebeld.
           De clubleden hebben zelf een huis-aan-huisactie georganiseerd, ................  ze een bedrag van 8.000 euro hebben opgehaald.
           Mevrouw Kievits, de boekhouder ........................  ik je eerder mailde, krijgt de kwartaalaangifte niet op tijd klaar.
           Is de opmaak van je verslag iets ................. je je druk moet maken?


 



Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag:
timer
10:00
Zelfstandig maken:
4.3: extra opdracht 1  en 2

Slide 15 - Tekstslide