1.4 Hoog-Nederland T/H

1.4 Het landschap in Hoog-Nederland
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

1.4 Het landschap in Hoog-Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

1. Doornemen paragraaf 1.5
2. Maken opdrachten
3. Afsluiting
Leerdoelen
 
* Je weet wat landijs, stuwwallen en zwerfstenen zijn.
* Je begrijpt hoe stuwwallen ontstaan zijn en waarom Hoog-Nederland als eerste bewoond werd.
* Je kunt op een topografische kaart de kenmerken van Hoog-Nederland aangeven.

Slide 2 - Tekstslide

Nederland als doucheputje
  • De bovenste lagen van de Nederlandse ondergrond zijn gevormd door grote rivieren. 

  • Nederland ligt in de benedenloop van de stroomgebieden van de Rijn en de Maas.
Stroomgebied
=het gebied dat afwatert op een rivier en haar zijrivieren

Slide 3 - Tekstslide

Hoog- en laag Nederland
Het Nederlandse landschap bestaat uit: 
Laag Nederland en hoog Nederland

In oostelijk Nederland (ligt hoger dan west) zie je vooral zand en grind aan het oppervlak

Slide 4 - Tekstslide

Het ijs komt
Hoog Nederland: het landschap is gevormd in koude perioden tussen 200.000 en 10.000 jaar geleden


 


De gemiddelde zomertemperatuur in Nederland

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

IJskap kwam vanuit Scandinavië richting Nederland

Slide 8 - Tekstslide

Stuwwallen
De ijstong duwde het sediment van de rivieren opzij --> er ontstonden heuvels

Deze heuvels noemen we stuwwallen
Stuwwallen bestaan uit zand en grind (sediment van de rivier) en zijn geplooid

Slide 9 - Tekstslide

Smeltwaterdal
  • Landijs ging smelten

  • Deel van de stuwwallen werd weggespoeld door het smeltwater

  • Ontstaan smeltwaterdalen
=Een dal ontstaat doordat smeltwater van de ijstong een stuk stuwwal erodeerde (afsleet)

Slide 10 - Tekstslide

Smeltwaterdal in Herikhuizerveld (Veluwe)

Slide 11 - Tekstslide

Stuwwallen

De stuwwal is nog steeds terug te vinden in het landschap van Hoog Nederland

--> De Veluwe, Utrechtse Heuvelrug

Slide 12 - Tekstslide

Meegenomen door het ijs
Zwerfstenen zijn door het ijs meegenomen

Vind je ten noorden van de grote rivieren

Slide 13 - Tekstslide

Hoog Nederland is afwisselend: akkers, weilanden en bossen. 

Slide 14 - Tekstslide

Jagers worden boeren

Archeologische vondsten laten zien dat Hoog-Nederland al duizenden jaren is bewoond.
Mensen waren hier veilig voor overstromingen.



Slide 15 - Tekstslide

Jagers worden boeren
De eerste mensen in Nederland waren jagers. Zij leefden van het jagen en verzamelen. Op een gegeven moment gingen zij op vaste plekken wonen. Ze werden boeren.
Boeren leefden van veeteelt en akkerbouw.
 Jagers worden boeren
Er waren twee problemen:
1) Hoog-Nederland was bedekt met bos.
2) Zandgronden zijn niet vruchtbaar. 

Oplossing: mest van schapen gebruiken

Slide 16 - Tekstslide

Opdrachten
Maak de opdrachten van paragraaf 1.5


Slide 17 - Tekstslide

Afsluiting
1. Je weet wat landijs, stuwwallen en zwerfstenen zijn.
2. Je begrijpt hoe stuwwallen ontstaan zijn en waarom Hoog-Nederland als eerste bewoond werd.
3. Je kunt op een topografische kaart de kenmerken van Hoog-Nederland aangeven.

Slide 18 - Tekstslide

Het Nederlandse landschap bestaat uit:
Hoog-Nederland
Laag-Nederland
Welke letter geeft Hoog-Nederland aan?

A
A
B
B

Slide 19 - Quizvraag

De eerste bewoners van Hoog Nederland waren....
A
Jagers & verzamelaars
B
Landbouwers

Slide 20 - Quizvraag

Hoog Nederland is van nature vooral...?
A
Onvruchtbaar, er is een tekort aan neerslag
B
Vruchtbaar, boeren konden hier makkelijk alles verbouwen
C
Vol met landbouw, veel glastuinbouw
D
Onvruchtbaar, er was veel mest nodig

Slide 21 - Quizvraag

Hoe noemen we heuvels die door de ijstongen zijn achtergelaten in Nederland?
A
Stuwwallen
B
Terpen
C
Duinen
D
Zuid-Limburg

Slide 22 - Quizvraag

B = ...
A
Ijstong
B
Stuwwal
C
Smeltwaterdal

Slide 23 - Quizvraag

Welke uitspraak gaat over de koude perioden in Nederland.
A
Tijdens de laatste koude periode is heel Nederland met ijstongen bedekt.
B
Tijdens koude perioden hadden de ijstongen een dikte van 500 meter.
C
De grootste zwerfstenen kom je in het zuiden van Nederland tegen.
D
De ijstongen hebben het sediment van de rivier opzij geduwd tot stuwwallen.

Slide 24 - Quizvraag

Op welke manier komen zwerfstenen in Nederland terecht?
A
Via de rivier
B
Via ijstongen
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 25 - Quizvraag

H: Wat zijn nadelen van zandgronden?
A
Het houdt niet veel water vast en is niet vruchtbaar
B
Het houdt veel water vast en is vruchtbaar
C
Het houdt niet veel water vast en is heel vruchtbaar

Slide 26 - Quizvraag