VU 11 - Hoog- en laagconjunctuur

Verdienen & Uitgeven
Economie - Havo 5
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Verdienen & Uitgeven
Economie - Havo 5

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
• de feitelijke groei van het bbp vergelijken met de trendmatige groei.
• beschrijven wat de gevolgen zijn van laagconjunctuur.
• beschrijven wat de gevolgen zijn van hoogconjunctuur.
• de bezettingsgraad berekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Huiswerk was: 3.20 t/m 3.27

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem de vier soorten werkloosheid

Slide 4 - Open vraag

Frictiewerkloosheid
Seizoenswerkloosheid
Structurele werkloosheid
Conjuncturele werkloosheid
Vier soorten werkloosheid
1. Frictie werkloosheid
2. Structurele werkloosheid
3. Seizoenswerkloosheid
4. Conjuncturele werkloosheid

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zou je laag conjunctuur ook kunnen noemen?
A
Economische crisis
B
Recessie
C
Dipje

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Conjuncturele werkloosheid
Werkloosheid veroorzaakt door het tekortschieten van de bestedingen t.o.v. de productiecapaciteit. Bedrijven werken op ondercapaciteit. Deze vorm van werkloosheid komt alleen voor in een laagconjunctuur of onderbestedingssituatie. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Laagconjunctuur / onderbesteding
Situatie dat de bestedingen in een economie niet voldoende zijn om de bedrijven op volle toeren te laten werken.

Er is sprake van een ruime arbeidsmarkt: veel aanbod van arbeid, maar relatief weinig vraag naar arbeid.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoogconjunctuur / overbesteding
Huishoudens willen meer kopen dan de producenten maximaal kunnen voortbrengen. Bedrijven werken op volle toeren en draaien vaak overuren. Volgens het prijsmechanisme zullen de prijzen daardoor gaan stijgen.

Er is sprake van een krappe arbeidsmarkt: weinig aanbod van arbeid, maar relatief veel vraag naar arbeid.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een economische conjunctuur?
A
Schommelingen van de economie die bepalen of het goed/slecht gaat
B
Alles dat met de economie te maken heeft
C
Hoeveelheid werkloosheid er in een land is

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe verzwakt een laag consumentenvertrouwen de conjunctuur?
A
Consumenten gaan veel besteden
B
Consumenten houden extra geld achter de hand

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Begeleid oefenen
Klassikaal maken opdracht 4.5

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Huiswerk is:

Basis en intensief: maken opdracht 4.1 t/m 4.3, 4.5 t/m 4.8
Plus en compact: maken opdracht 4.1, 4.2, 4.5 t/m 4.7

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
• de feitelijke groei van het bbp vergelijken met de trendmatige groei.
• beschrijven wat de gevolgen zijn van laagconjunctuur.
• beschrijven wat de gevolgen zijn van hoogconjunctuur.
• de bezettingsgraad berekenen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies