§8 Aan elkaar of los, §9 Liggend streepje en §10 Trema, apostrof, accenttekens
Cursus 8 Spelling
§8 Aan elkaar of los
§9 Liggend streepje
§10 Trema, apostrof, accenttekens
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Cursus 8 Spelling
§8 Aan elkaar of los
§9 Liggend streepje
§10 Trema, apostrof, accenttekens
Slide 1 - Tekstslide
§8 Aan elkaar of los
Slide 2 - Tekstslide
Schrijf woorden zo nodig aan elkaar. Plaats eventueel tussenletters.: De zwaar lijvige vak bond leider heeft het er over gehad dat er een wilde staking kon uit breken.
Slide 3 - Open vraag
Schrijf woorden zo nodig aan elkaar. Plaats eventueel tussenletters.: In de warme bakker winkel werkte in de jaren zestig een dienst meisje van de huis houd school in Utrecht.
Slide 4 - Open vraag
Schrijf woorden zo nodig aan elkaar. Plaats eventueel tussenletters.: Dag jonge dame, waar mee kan ik jou en je tweeling broertje van dienst zijn?
Slide 5 - Open vraag
Schrijf woorden zo nodig aan elkaar. Plaats eventueel tussenletters.: Wanneer zal de feest commissie uit maken hoe veel verjaardag taarten we gaan in kopen?
Slide 6 - Open vraag
§9 Liggend streepje
Slide 7 - Tekstslide
Schrijf aan elkaar wat aan elkaar moet. Laat weg wat je kunt weglaten. Plaats zo nodig een weglatingsstreepje. appel taart, kwark taart en slagroom taart
Slide 8 - Open vraag
Schrijf aan elkaar wat aan elkaar moet. Laat weg wat je kunt weglaten. Plaats zo nodig een weglatingsstreepje: brede schoenen en smalle schoenen
Slide 9 - Open vraag
Schrijf aan elkaar wat aan elkaar moet. Laat weg wat je kunt weglaten. Plaats zo nodig een weglatingsstreepje: carnavalsfeesten en carnavalsoptochten
Slide 10 - Open vraag
§10 Trema, apostrof, accenttekens
Slide 11 - Tekstslide
Plaats waar nodig een trema: audicien, bacterien, coryfeeen
Slide 12 - Open vraag
Plaats waar nodig een trema: geirriteerd, gelinieerd, geordend
Slide 13 - Open vraag
Schrijf aan elkaar wat aan elkaar moet. Plaats zo nodig een hoofdletter, een trema, een apostrof, een liggend streepje: r dam (plaatsnaam)
Slide 14 - Open vraag
Schrijf aan elkaar wat aan elkaar moet. Plaats zo nodig een hoofdletter, een trema, een apostrof, een liggend streepje: s zomers is t warm.
Slide 15 - Open vraag
Schrijf aan elkaar wat aan elkaar moet. Plaats zo nodig een hoofdletter, een trema, een apostrof, een liggend streepje: vmbo school
Slide 16 - Open vraag
Spel correct. Plaats zo nodig een accent of een cedille: bleren, comite, crepe