In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Koopmans
Pubquiz
Slide 1 - Tekstslide
1. Tijdens de Olympische Zomerspelen van 2020 in Tokyo zouden er vijf nieuwe disciplines (sporten) worden toegevoegd. Welke sport is nieuw?
A
Honkbal
B
Volleybal
C
Roeien
D
Tafeltennis
Slide 2 - Quizvraag
1. Tijdens de Olympische Zomerspelen van 2020 in Tokyo zouden er vijf nieuwe disciplines (sporten) worden toegevoegd. Welke sport is nieuw?
A
Honkbal
B
Volleybal
C
Roeien
D
Tafeltennis
Slide 3 - Quizvraag
2. Bekijk het symbool op de hand. Welk land heeft dit symbool verwerkt in haar vlag?
Slide 4 - Open vraag
3. Van welke oude Griekse Spelen zijn dit de resten van het sportstadion?
A
De Olympische Spelen
B
De Nemeische Spelen
C
De Isthmische Spelen
D
De Pythische Spelen
Slide 5 - Quizvraag
4. Welk land heeft de meeste medailles gehaald op de laatste Olympische Winterspelen?
A
Noorwegen
B
Verenigde Staten
C
Jamaica
Slide 6 - Quizvraag
5. Wat is Pankration?
Slide 7 - Open vraag
6. 'Ongelofelijk! Ze heeft goud behaald. Het eremetaal hangt om haar schouders, ze straalt.' We hebben hier te maken met:
A
homoniem
B
synoniem
C
tegenstelling
D
herhaling
Slide 8 - Quizvraag
7. Welke sporter won de meeste Olympische medailles ooit (28 in totaal)?
Slide 9 - Open vraag
8. De voordijbeenspier wordt ook wel hamstring genoemd.
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quizvraag
9. Welke componist schreef 'Ode an die Freude?'
Slide 11 - Open vraag
Astérix et les Jeux Olympiques 10. Hoe heet de Romeinse afgevaardigde voor de Olympische Spelen?
A
Tullius Torsus
B
Pingpathos
C
Hellenen
D
Asterix
Slide 12 - Quizvraag
11. Kleuren in vlaggen hebben verschillende betekenissen. Welk antwoord is juist? Rood staat voor:
A
Bloed, moed, waarheid en kracht
B
Bloed, moed, vrede en kracht
C
Bloed, moed, vechten en kracht
D
Bloed, moed, puurheid en kracht
Slide 13 - Quizvraag
12. Wie was Pierre de Coubertin ?
A
Een Franse atleet die betrapt werd op doping tijdens de O.S. van Rio.
B
Een Franse paralympiër die een medaille heeft gewonnen.
C
De grondlegger van de moderne Olympische Spelen.
D
De eerste Franse atleet die een medaille heeft gewonnen tijdens een Olympische Spelen.
Slide 14 - Quizvraag
13. Zwischen welchen zwei Hügeln wurde der Circus Maximus in Rom gebaut?
A
Mons Capitolinus
B
Mons Palatinus
C
Mons Caelius
D
Mons Aventinus
Slide 15 - Quizvraag
14. Waarom is er in 2014 in China een atletiekbaan gebouwd met rechte hoeken?
A
Ze denken zo sneller door de bocht te kunnen
B
Ze hadden niet genoeg tijd meer.
C
Ze zien dit als hun nationale nieuwe sport.
D
Het ziet er wat netter uit.
Slide 16 - Quizvraag
15.In welk jaartal werden er in dit stadion "moderne" Olympische Spelen gehouden?
Slide 17 - Open vraag
17. Wat betekent het Olympisch devies : "Citius, altius, fortius"?
A
beter-mooier-sneller
B
sneller-hoger-sterker
C
sterker-flinker-beter
Slide 18 - Quizvraag
16. Ook in Nederland hebben de Olympische Spelen plaatsgevonden. In welk jaar?
A
1928
B
1936
C
1952
D
1972
Slide 19 - Quizvraag
18. De snelste mens (Usain Bolt, recordhouder 100m sprint mannen, in 9,81 seconden) rent op zijn snelst 44,5 km/uur. Hoe snel rent een jachtluipaard/cheeta?
Slide 20 - Open vraag
19. Doping werd toen ook al gebruikt. Hoe werden de Romeinen betrapt op doping ?
Slide 21 - Open vraag
20. Wanneer is de Olympische hymne gecomponeerd?
A
1890
B
1900
C
1796
D
1896
Slide 22 - Quizvraag
21. Waarom is de officiële afstand van de marathon bij de Olympische Spelen geen afgeronde afstand?
A
De afstand was eerst in Griekse maten en zijn later omgerekend.
B
De afstand van Marathon naar Athene is geen afgeronde afstand.
C
De officials in London kwamen niet uit met de afgeronde afstand en hebben er toen wat bij gedaan.
D
Om te zorgen dat er nog geen bestaande records waren op deze afstand.
Slide 23 - Quizvraag
22. Wat betekent Olympische vrede?
Slide 24 - Open vraag
23. 'Onze onoverwinnelijke Olympische weergaloze winnaar: schaatskampioen Sven.' Hier is sprake van:
A
alliteratie
B
assonantie
C
beeldspraak
D
alliteratie en assonantie
Slide 25 - Quizvraag
24. Welk probleem heeft ervoor gezorgd dat dit stadion later nooit meer bij Olympische Spelen is gebruikt?
Slide 26 - Open vraag
25. Der Streitwagen heißt auf Latein:
A
Biga
B
Quadriga
C
D
Slide 27 - Quizvraag
26. De meest gebruikte kleuren in Europese vlaggen zijn rood, wit en blauw.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 28 - Quizvraag
27. Wat is de eerste teamsport die op het Olympisch programma werd geplaatst?
A
Voetbal
B
Basketbal
C
Softbal
D
Hockey
Slide 29 - Quizvraag
28. Welke oplossing hebben de Galliërs bedacht om alsnog mee te kunnen doen aan de Olympische Spelen?
Slide 30 - Open vraag
29. Welk land presteert het slechtst als je dit vergelijkt met het inwoneraantal?
A
India
B
Liechtenstein
C
Australië
Slide 31 - Quizvraag
30. Der Name ‘Circus Maximus’ bedeutet :
A
Runde Rennbahn des Kaisers Maximus
B
Ovale Rennbahn des Pontifex Maximus (der Oberpriester
C
Längste Rennbahn (Roms)
D
Größte Rennbahn (Roms)
Slide 32 - Quizvraag
31. Welke prijs kregen de atleten?
A
Een krans van olijfblaadjes
B
Een wisselbeker
C
Een tak van de heilige wilde olijfboom (de altis)
D
Een paard
Slide 33 - Quizvraag
32. Bij welke sport, die sinds 2006 een Olympisch onderdeel is, vallen de meeste blessures van alle olympische sporten?
A
Bobsleeën
B
Snowboardcross
C
Skeleton
D
Schaatsen
Slide 34 - Quizvraag
33. In welke taal is de Olympische hymne oorspronkelijk schreven ?
Slide 35 - Open vraag
34. Patella is het Latijnse woord voor:
A
Borstbeen
B
Meniscus
C
Auriculae atriorum
D
Knieschijf
Slide 36 - Quizvraag
35. 'Deze overwinning is er een voor in de boeken.' Geef aan om welk soort beeldspraak het gaat.
Slide 37 - Open vraag
36. Welche Überreste von welchem Gebäude siehst du auf dem Bild?
Slide 38 - Open vraag
37. In de Islamitische landen wordt veel groen, zwart en blauw in de vlaggen gebruikt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 39 - Quizvraag
38. Door wie is de Olympische hymne geschreven (1) en gecomponeerd (2) ?
A
1. Tekst = Samaras
2. Muziek = Palamas
B
1. Tekst = Palamas
2. Muziek: Spisak
C
1. Tekst = Apollon
2. Muziek: Pythios
D
1. Tekst = Palamas
2. Muziek = Samaras
Slide 40 - Quizvraag
39. De noten hiernaast geven het ritme van een klein gedeelte uit het stuk ‘Ode an die Freude’ weer. Welk van de drie correct?
A
Ritme A is juist
B
Ritme B is juist
C
Ritme C is juist
Slide 41 - Quizvraag
40. Hoe werden mensen de hoogte gebracht van sportuitslagen voor de opkomst van de televisie?
A
Door muurschilderingen en postduiven.
B
Door radio, kranten en er naar toe te gaan.
C
Door brieven, radio en internet
D
Door de telegraaf, radio en morse.
Slide 42 - Quizvraag
41. Wat vond je van deze Gymnasiumdag? Geef minimaal 2 antwoorden.