H1 - Avoir & Etre

Les  verbes  avoir et être
C
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Les  verbes  avoir et être
C

Slide 1 - Tekstslide

AVOIR
Wat weet je van het werkwoord
avoir ? Waar moet je op letten?
Handige tips....

Slide 2 - Woordweb

   Être
Wat weet je van het werkwoord
être ? Waar moet je op letten?
Handige tips....

Slide 3 - Woordweb

Etre (zijn)

Je suis
Tu es
Il, elle, on est

nous sommes
vous êtes
ils, elles sont
Avoir (hebben)

J'ai
Tu as
Il, elle, on a

nous avons
vous avez
ils, elles ont
timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

zijn =
A
être
B
avoir

Slide 5 - Quizvraag

hebben =
A
être
B
avoir

Slide 6 - Quizvraag

être of avoir?

Tu es
A
être
B
avoir

Slide 7 - Quizvraag

être of avoir?

On a
A
être
B
avoir

Slide 8 - Quizvraag

être of avoir?

Ils sont
A
être
B
avoir

Slide 9 - Quizvraag

être of avoir?

Nous sommes
A
être
B
avoir

Slide 10 - Quizvraag

être of avoir?

Ils ont
A
être
B
avoir

Slide 11 - Quizvraag

elles (avoir)
A
vont
B
sont
C
ont
D
font

Slide 12 - Quizvraag

Sophie (avoir)
A
as
B
ai
C
avez
D
a

Slide 13 - Quizvraag

tu (avoir)
A
es
B
as
C
a
D
est

Slide 14 - Quizvraag

Vous (être)
A
êtes
B
avez
C
ont
D
est

Slide 15 - Quizvraag

Marie et Pierre (être)
A
est
B
sont
C
ont
D
sommes

Slide 16 - Quizvraag

Ma mère ............ très sévère
A
est
B
as
C
es
D
sont

Slide 17 - Quizvraag

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. zij  heeft
B. zij zijn
C.  jij/je  hebt
D.  wij/we  zijn
E. jij / je bent
F. wij hebben
1.  nous  avons
2.  tu  es
3.  ils  sont
4.  tu  as
5.  nous  sommes
6.  elle  a

Slide 18 - Sleepvraag

zij is

Slide 19 - Open vraag

wij hebben

Slide 20 - Open vraag

jij bent

Slide 21 - Open vraag

zij hebben (mnl)

Slide 22 - Open vraag

Au  revoir

Slide 23 - Tekstslide