In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Gedicht 3.2
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
- Je weet wat een assonantie is.
- Je weet wat een alliteratie is.
Slide 2 - Tekstslide
Woord van de week
I............
Slide 3 - Tekstslide
Start les.
Stillezen
timer
10:00
Slide 4 - Tekstslide
Huiswerk vandaag
H3.2 Opdracht 6 t/m 9
Huiswerkcontrole
en
samen de opdrachten bespreken
Slide 5 - Tekstslide
In alle gedichten zit rijm.
A
B
Slide 6 - Quizvraag
Bij een gedicht is het altijd meteen duidelijk waar het over gaat.
A
B
Slide 7 - Quizvraag
Een gedicht kan je aan het denken zetten.
A
B
Slide 8 - Quizvraag
In een gedicht kan een dichter spelen met vorm en taal.
A
B
Slide 9 - Quizvraag
Lees je weleens gedichten als je ze op straat tegenkomt of als je door je social media scrolt?
Slide 10 - Poll
Slide 11 - Video
Waarom heet dit filmpje 'De slechtste rapper van de straat'?
Slide 12 - Open vraag
Welke woorden rijmen niet?
A
pet - bed
B
Schoen - doen
C
dame - game
D
cool - doel
Slide 13 - Quizvraag
Beginrijm / Alliteratie
Voorbeeld: "De kat krabt de krullen van de trap". In die zin beginnen veel woorden met de 'k' Bij alliteratie gaat het om overeenkomst in klank van medeklinkers aan het begin van woorden.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Assonantie
Enkele woorden die bij elkaar in de buurt staan, hebben dezelfde klank, maar niet dezelfde eindletter(s).
Slide 16 - Tekstslide
Klinkerrijm / assonantie
• Het gaat hierbij om de uitspraak, en niet om de spelling • Zo is er bijvoorbeeld ook assonantie bij 'een groot cadeau'