Poëzie V3T3

1 / 26
volgende
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Wat is rijm?

Slide 2 - Open vraag

Leerdoelen
  • Je kan eindrijm gebruiken in een gedichts
  • Je kent de verschillende rijmschema’s 
  • Je weet wat mannelijk en vrouwelijk rijm is. 
  • Je kunt uitleggen wat beginrijm / alliteratie is
  • Je kunt uitleggen wat klinkerrijm / assonantie is

Slide 3 - Tekstslide

Rijmschema
Van het eindrijm kun je een rijmschema maken.
• Je geeft elke rijmklank een nieuwe letter. De klank in de eerste regel a, de volgende klank b, etc.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Rijmschema ABBA (omarmend

Sint liep te denken,    A
Een boek of een bon  B
Of een flesje lotion,   B
Wat moest hij jou schenken?     A

Slide 7 - Tekstslide

A.
Sint liep te denken
Wat moest hij jou schenken
Een boek of een bon
Of een flesje lotion?
B.
Sint liep te denken,
Een boek of een bon
Of een flesje lotion,
Wat moest hij jou schenken?
C.
Sint liep te denken
Een boek of een bon
Wat moest hij jou schenken
Een flesje lotion?
gepaard rijm
omarmend rijm
gekruist rijm
abab
aabb
abba

Slide 8 - Sleepvraag

Beginrijm / Alliteratie
Voorbeeld: "De kat krabt de krullen van de trap".
In die zin beginnen veel woorden met de 'k'
Bij alliteratie gaat het om overeenkomst in klank van medeklinkers aan het begin van woorden.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Assonantie
Enkele woorden die bij elkaar in de buurt staan, hebben dezelfde klank, maar niet dezelfde eindletter(s).

Slide 11 - Tekstslide

Klinkerrijm / assonantie

• Het gaat hierbij om de uitspraak, en niet om de spelling
• Zo is er bijvoorbeeld ook assonantie bij 'een groot cadeau'

Slide 12 - Tekstslide

Alliteratie / Assonantie?

Slide 13 - Tekstslide

Alliteratie / Assonantie
Alliteratie (beginrijm):
Groen - grom - griezel etc.
Assonantie (klinkerrijm):
Moeten - groenten - doe - vroeg - troep - schoen- moeder - groen - groeien

Slide 14 - Tekstslide

Rijm - indeling rijmschema (3)
In de meeste gedichten is het eindrijm geordend in een bepaald rijmschema. De belangrijkste zijn:  
  • Slagrijm: AAAA
  • Gepaard rijm: AABB
  • Gekruist rijm : ABAB
  • Omarmend rijm: ABBA
!Let op: gebruik voor elke nieuwe rijmklank een nieuwe letter!


Slide 15 - Tekstslide

Wat is een juiste vorm van alliteratie?
A
Bozige dromen
B
Verlaten velden
C
Omarm - warm
D
Wond - hond

Slide 16 - Quizvraag

Waar vind je de alliteratie?
A
Doldwaze dagen
B
Rode kolen
C
Mus - Dus
D
Kinderen - hinderen

Slide 17 - Quizvraag

24. Waar is sprake van assonantie?
A
Morgen - wolken
B
Traag - kat
C
Spinnende Suikers
D
Vrouwen - mouwen

Slide 18 - Quizvraag

Waar is sprake van assonantie?
A
Dingen die langer duren
B
maar ook ik ben niet eeuwig
C
als een doodsbed verlaten
D
voor het laatst daalt de avond

Slide 19 - Quizvraag

Waar zie je assonantie?
A
Het is mooi zomerweer
B
Deze zin is erg lang
C
De groep vogels poept op de stoep
D
De bladeren vallen op de grond

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het
rijmschema?
A
gepaard (aabb)
B
omarmend (abba)
C
gekruist (abab)
D
gebroken (abcb)

Slide 21 - Quizvraag


Dit is een gedicht met rijmschema...
A
aabb ccbb
B
abab acac
C
aabbaacc
D
abcb abcb

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht 
Zoek in de bundels of kijk op internet naar een gedicht dat je aanspreekt.
Neem het gedicht over en maak het rijmschema,
geef alliteratie en assonantie ook aan.
Geef daarnaast ook je mening over het gedicht, gebruik daarbij drie beoordelingswoorden.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide