2 G de maanden en datum

Leerdoelen
Je kent/ kunt.....
- het werkwoord "möchten" toepassen
- de maanden in het Duits 
-de grammatica om en een datum aan te geven

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 5 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
Je kent/ kunt.....
- het werkwoord "möchten" toepassen
- de maanden in het Duits 
-de grammatica om en een datum aan te geven

Slide 1 - Tekstslide

Programma 
  • Herhalen het werkwoord "möchten"
  •  Lesson Up "maanden en datum"
  • Online 3.5 opdracht 9,10,11 en 12
  • Klaar? Woordentrainer 3.3 t/m 3.5

Slide 2 - Tekstslide

       De maanden 
en datum

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent in het Nederlands het woord "möchten"? 

Slide 4 - Tekstslide

Erklärung: De maanden & datum

Alle maanden zijn in het Duits mannelijk. 
Dus elke maand krijgt het lidwoord "der"

Slide 5 - Tekstslide

Alle maanden in het Duits!
januari
der Januar
februari
der Februar
maart
der März
april
der April
mei
der Mai
juni
der Juni
juli
der Juli
augustus
der August
september
der September
oktober
der Oktober
november
der November
december
der Dezember

Slide 6 - Tekstslide

Welke maanden kun jij nu in het Duits schrijven?
timer
1:00

Slide 7 - Open vraag

3 regels  
Als je wilt zeggen in welke maand er iets gebeurt, dan zet je het woord im voor de maand. 
Als je wilt zeggen op welke datum er iets gebeurt, dan zet je het woord am voor de datum.
In het Duits schrijf je achter het getal een punt. (6. Dezember)

Slide 8 - Tekstslide

Beispiele
Im Dezember feiern wir Weihnachten. 

Ich habe am 4. Januar Geburtstag. 

Slide 9 - Tekstslide

6 december

Slide 10 - Open vraag

4 januari

Slide 11 - Open vraag

Im of am?
Ich habe ... 4. Januar Geburtstag.
A
am
B
an
C
auf
D
im

Slide 12 - Quizvraag

im of am?
... Dezember feiern wir Weihnachten.
A
am
B
im

Slide 13 - Quizvraag

... 3. Oktober habe ich Geburtstag.

Slide 14 - Open vraag

Wat weet jij nu over de datum in het Duits?

Slide 15 - Open vraag

Wann hast du Geburtstag? 

Slide 16 - Tekstslide

Wann sind die Sommerferien? 

Slide 17 - Tekstslide

In welchem Monat is Karneval

Slide 18 - Tekstslide

Opdrachten
Online 3.5 opdracht 9 t/m 12

Slide 19 - Tekstslide