de maanden en datum

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

                Das Thema von Heute
- De maanden en datum (Grammatik E, Seite 136)

Slide 2 - Tekstslide

Lernziele Grammatik 
- Je kunt de datum opschrijven. 
- Je kent de regels van de rangtelwoorden.

Slide 3 - Tekstslide

Erklärung: De maanden & datum

Alle maanden zijn in het Duits mannelijk. 

Welk lidwoord hoort bij mannelijk? Der, die of das?

Slide 4 - Tekstslide

Alle maanden in het Duits!
januari
der Januar
februari
der Februar
maart
der März
april
der April
mei
der Mai
juni
der Juni
juli
der Juli
augustus
der August
september
der September
oktober
der Oktober
november
der November
december
der Dezember

Slide 5 - Tekstslide

Welke maanden kun jij nu in het Duits schrijven?

Slide 6 - Open vraag

3 regels  
Als je wilt zeggen in welke maand er iets gebeurt, dan zet je het woord im voor de maand. 
Als je wilt zeggen op welke datum er iets gebeurt, dan zet je het woord am voor de datum.
In het Duits schrijf je de datum achter het getal, achter het getal schrijf je een punt. (6. Dezember)

Slide 7 - Tekstslide

Beispiele
Im Dezember feiern wir Weihnachten. 

Ich habe am 4. Januar Geburtstag. 

Slide 8 - Tekstslide

6 december

Slide 9 - Open vraag

4 januari

Slide 10 - Open vraag

Im of am?
Ich habe ... 4. Januar Geburtstag.
A
am
B
im

Slide 11 - Quizvraag

im of am?
... Dezember feiern wir Weihnachten.
A
am
B
im

Slide 12 - Quizvraag

... 3. Oktober habe ich Geburtstag.

Slide 13 - Open vraag

Wat weet jij nu over de datum in het Duits?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

En nu jij.... schrijf in het Duits
twee
tweede
twintig
twintigste

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Wat heb jij geleerd deze les?
Wat weet jij over de maanden, datum en de rangtelwoorden?

Slide 27 - Open vraag