HH les veevoeding en vruchtbaarheid

HH les veevoeding en vruchtbaarheid
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

HH les veevoeding en vruchtbaarheid

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn de functies van de voedingsstoffen? 
eiwitten
vetten
koolhydraten
mineralen
vitaminen
water
bouwstof en brandstof
brandstof
brandstof
bouwstof en beschermende stof
beschermende stof
bouwstof en transport

Slide 5 - Sleepvraag

Mineralen
  • Anorganische stof
  • Skeletopbouw
  • Werking enzymen
  • Voor functioneren van allerlei processen in het lichaam

Primair tekort (te weinig) - secondair tekort (onvoldoende
opgenomen).

Slide 6 - Tekstslide

Waarom is het nuttig om te weten uit welke voedingsstoffen een voer bestaat?

Slide 7 - Open vraag

Waarmee begint de Weende Analyse?
A
Product
B
Proces
C
Percentage
D
Paniek

Slide 8 - Quizvraag


Slide 9 - Open vraag

Wat is WAAR over eiwitten?
A
Eiwitten zijn opgebouwd uit vetzuren
B
Er zijn 50 soorten aminozuren bekend
C
In tegenstelling tot essentiële aminozuren, kunnen niet-essentiële aminozuren door het lichaam zelf gemaakt worden
D
Alleen katten kennen essentiële aminozuren, honden niet

Slide 10 - Quizvraag

Waaruit bestaat ruwe celstof
A
makkelijk verteerbare koolhydraten
B
moeilijk verteerbare koolhydraten
C
makkelijk verteerbare aminozuren
D
moeilijk verteerbare aminozuren

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de functie van de dunne darm?
A
Vertering en opnemen van voedingsstoffen
B
Productie van enzymen
C
Vormen van mest
D
Productie gal

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn enzymen
Enzymen zijn eiwitten die nodig zijn om koolhydraten, vetten en eiwitten te verteren en om voedingsstoffen af te breken tot stoffen die ons lichaam nodig heeft om te kunnen functioneren. Die voedingsstoffen worden dan via de wand van de dunne darm opgenomen in het bloed.

Slide 13 - Tekstslide

Werking enzymen
Enzymen maken grote voedingsstoffen klein (knippen). Elke voedingsstof heeft zijn eigen enzym.
een enzym:
  1. bindt aan de voedingsstof
  2. knipt de voedingsstof in stukken
  3. laat los en kan opnieuw een zelfde voedingsstof afbreken

Slide 14 - Tekstslide