Energie - workshop 2

Leerjaar 3 – Thema 1

Energie


Energie in de biologie – workshop 2



"Positive energy starts with the food you put in your body"
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leerjaar 3 – Thema 1

Energie


Energie in de biologie – workshop 2



"Positive energy starts with the food you put in your body"

Slide 1 - Tekstslide

Agenda
  • Terugblik vorige workshop
  • Voedingsstof of voedingsmiddel?
  • Vertering?
  • Verteringsstelsel
  • Verteringsklieren en verteringssappen
  • Enzymen
  • Extra uitdaging - oppervlakte vergroten
  • Maximale opname van de verteerde voedingsstoffen - darmen
  • Samenvatting toepassing van de voedingsstoffen

Slide 2 - Tekstslide

timer
2:00
Waar ging de vorige workshop
ook alweer over?

Slide 3 - Woordweb

timer
2:00
Wat heeft voedsel met
energie te maken?

Slide 4 - Woordweb

Voedingsstof of voedingsmiddel?
Voedingsmiddel = product (bijv. brood)

Voedingsstof = bestanddelen
 Vetten
 Koolhydraten
 Eiwitten
 Water
 Vitamines
 Mineralen
 *Voedingsvezel

Slide 5 - Tekstslide

Neem je de voedingsstoffen direct in je cellen op?
Afhankelijk van grootte
- Water, vitamines & mineralen zijn klein genoeg.
Tip! Oplosbaar in water? Ja? Dan klein genoeg. Nee? Dan eerst kleiner maken (verteren)

- Vetten, eiwitten en koolhydraten zijn wat molecuulstructuur betreft veel te groot en ingewikkeld.

- Water, mineralen en vitaminen zijn klein genoeg (+ glucose)


Slide 6 - Tekstslide

Welke voedingsstoffen geven je energie?
Vetten
Koolhydraten
Eiwitten

Stoffen die met moeite zijn opgebouwd in planten en dieren (assimilatie). Er is dus veel energie ingestopt.

Ze moeten eerst ietsje kleiner worden gemaakt, zodat ze in het bloed kunnen worden opgelost. Dit noemen we ... vertering



Juist de grote ingewikkelde moleculen!

Slide 7 - Tekstslide

Welke voedingsstof doet wat?
Vetten – brandstof, bouwstof, reservestof en beschermende stof
Koolhydraten brandstof, bouwstof, reservestof
Eiwit – brandstof, bouwstof

Mineralen - bouwstof, beschermende stof
Vitamines - bouwstof, beschermende stof
Water - bouwstof
*Onderstreept is de voornaamste functie


Slide 8 - Tekstslide

Verteringsstelsel - Waarmee verteren we ons voedsel?
Mondholte
Slokdarm
Maag
*
Twaalfvingerige darm
*
Dunne darm
*
Blinde darm
Dikke darm
*
Endeldarm
Anus


*Bevatten kliertjes die verteringssap aanmaken.
Dit sap bevat enzymen die je voedingsstoffen kunnen verteren!

Slide 9 - Tekstslide

Welk orgaan kwam na de maag?
A
Dunne darm
B
Twaalfvingerige darm
C
Dikke darm
D
Alvleesklier

Slide 10 - Quizvraag

Je verteringsstelsel als een buis met sappen
Elk verteringssap bevat eigen enzymen

Slide 11 - Tekstslide

Enzymen... whut?
functie en bouw
Reactiespecifiek
- 1 voedingsstof per enzym


Enzymen zijn zelf eiwitten
 

Enzymen versnellen processen (dissimilatie / assimilatie)

Enzym kan een groot aantal keer opnieuw hetzelfde klusje doen


Enzymen werken goed (optimaal) bij een bepaalde temperatuur en pH





Slide 12 - Tekstslide

Wat is onjuist over enzymen?
A
Ze kunnen tijdelijk van vorm veranderen
B
Het zijn eiwitten
C
Ze kunnen dingen afbreken en opbouwen
D
Het kost energie om ze te maken

Slide 13 - Quizvraag

Enzymactiviteit

Bijv. aantal milligram substraat verteerd per milliliter, per minuut.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de juiste definitie van het maximum?
A
De omstandigheden waarbij enzymen het meest verteren
B
De omstandigheden waarbij enzymen niet meer verteren
C
De omstandigheden waarbij enzymen het snelst bewegen
D
De maximale hoeveelheid van 'iets' waarbij enzymen nog net werken

Slide 15 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding goed!

Slide 16 - Tekstslide

Welk enzym zal werkzaam zijn in je maag?
A
Pepsine
B
Trypsine
C
Beiden
D
Geen van beiden

Slide 17 - Quizvraag

Oppervlakte vergroten - kauwen

Slide 18 - Tekstslide

Oppervlakte vergroten  - Gal

Slide 19 - Tekstslide

Anatomie van de darm

Mega oppervlakte om voedingsstoffen snel op te nemen

Opname in het bloed

Vervoer naar cellen

Slide 20 - Tekstslide

Hoe komen deze stoffen bij onze cellen?
Verteringsstelsel  bloedvatenstelsel  cellen
Mits de voedingsstoffen klein genoeg zijn!  Dit klein maken heeft ‘vertering’


Hoe komen deze stoffen bij onze cellen?
Verteringsstelsel  --> bloedvatenstelsel  -->  cellen
Mits de voedingsstoffen klein genoeg zijn! 




Slide 21 - Tekstslide

Korte samenvatting: nut van de voedingsstoffen

Slide 22 - Tekstslide

Afsluiting:
Vragen / tops / tips

Slide 23 - Woordweb

Slide 24 - Tekstslide