In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Woensdag 16 april
Extra theorie: Leenwoorden uit andere talen!
Maak tweetallen en zorg dat je per tweetal een A3 blad en stift hebt en je een chromebook hebt en in deze lessonup zit.
Slide 1 - Tekstslide
Opdracht
Schrijf op je blad zoveel mogelijk Nederlandse woorden op waarvan je denkt dat ze uit een andere taal komen.
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen:
Ik weet wat leenwoorden zijn.
Ik kan een aantal leenwoorden uit andere talen benoemen. Ik weet waar de Nederlandse taal vandaan komt. Ik weet welk bekend land woorden uit het Nederlands geleend heeft.
Slide 3 - Tekstslide
Leenwoorden
In de straattaal zien we veel nieuwe woorden, maar ook veel woorden die we uit andere talen halen. We noemen die woorden leenwoorden.
Ook in onze standaardtaal gebruiken we leenwoorden.
Is dit nieuw?
Is dit typisch Nederlands?
Slide 4 - Tekstslide
0
Slide 5 - Video
Welke woorden uit het Engels gebruiken wij?
Slide 6 - Woordweb
Welk woord is een leenwoord?
A
toetje
B
cadeau
C
vlieg
D
vijgen
Slide 7 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een leenwoord uit het Frans?
A
patat {of friet :-)}
B
cadeau
C
management
D
marketing
Slide 8 - Quizvraag
welk woord is een leenwoord?
A
winkel
B
afbeelding
C
ambulance
Slide 9 - Quizvraag
Welk woord is een leenwoord?
A
knop
B
tissue
C
mantel
D
raam
Slide 10 - Quizvraag
welke woorden zijn leenwoorden?
A
champignon
B
cijfer
C
bureau
D
tafel
Slide 11 - Quizvraag
Welk woord is een leenwoord?
A
prullenbak
B
centrum
C
taal
D
dragen
Slide 12 - Quizvraag
Welk woord is een leenwoord?
A
appel
B
computer
C
jas
D
tafel
Slide 13 - Quizvraag
Uit welke talen hebben wij veel woorden geleend?
Slide 14 - Woordweb
Hoe zit dat met het Arabisch?
Slide 15 - Tekstslide
0
Slide 16 - Video
Taalpuristen
Taalpuristen willen hun taal puur houden. Er mag zo min mogelijk invloed van buitenaf de taal verloederen, zoals Engelse woorden of straattaal.
Slide 17 - Tekstslide
De Nederlandse taal verloedert. Ben je het hiermee eens of oneens?
Slide 18 - Open vraag
0
Slide 19 - Video
Maak een leenwoorden poster in Word.
Maak samen een word document waarin 10 leenwoorden met plaatje te zien zijn.
Stel het formaat van de pagina in op A3 (docent laat dit zien).
Slide 20 - Tekstslide
Wat heb je deze les geleerd, wat je nog niet wist?