HS 1 Bron B en C

Pregunta a tu compañero(a):
 ¿Cómo estás??
Op tafel:
TB & WB
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Pregunta a tu compañero(a):
 ¿Cómo estás??
Op tafel:
TB & WB

Slide 1 - Tekstslide


Plan
1. Paso adelante bron B

2. Spreekvaardigheid !!!


Slide 2 - Tekstslide

vocabulario de
las vacaciones:

Slide 3 - Woordweb

Wederkerende werkwoorden
Yo
él - ella - usted
nosotros
vosotros
ellos - ellas - ustedes

Slide 4 - Tekstslide

Yo __ _____ (lavarse) los dientes
A
me lavas
B
te lavo
C
me lavo
D
se lava

Slide 5 - Quizvraag

Él ____ _____ (llamarse) Juan
A
me llamo
B
se llama
C
te llamas
D
nos llamas

Slide 6 - Quizvraag

​Ellas ____ ____ (maquillarse) antes de trabajar
A
te maquillas
B
se maquilla
C
se maquillan
D
os maquilláis

Slide 7 - Quizvraag

​Vosotros ____ _________ (levantarse) temprano
A
se levantan
B
me levanto
C
te levantas
D
os levantáis

Slide 8 - Quizvraag

Bron B
TB blz. 7
WB blz. 9 oef. 6 & 7
 
Bekijk de titel en afbeeldingen en maak opdracht 6a (volgende dia)!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Spreekvaardigheid afmaken
  1. Naam ​
  2. Leeftijd​
  3. Woonplaats​
  4. Talen​
  5. Nationaliteit​
  6. Hobby’s - minimaal 1​
  7. Favoriete eten – minimaal 1 favoriete EN minimaal 1 niet lekker vinden.​
  8. Karaktereigenschappen – minimaal 3​
  9. Uiterlijk – minimaal 3​
  10. Gezin + naam & leeftijd – minimaal 3​
  11. Beste vrienden + naam & leeftijd – minimaal 1​
  12. Huisdieren ​
  13. Afgelopen vakantie (3 zinnen in de Perfecto)












Slide 15 - Tekstslide




timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Capítulo 1: Adiós a las vacaciones
Wanneer: 
Wat moet ik bestuderen?
Volt. tegenwoordige tijd: bron D, blz. 10
Werkwoorden: bron G, blz. 11
het werkwoord ‘gustar’: bron J, blz. 13
Frases clave: bron E en K, blz. 10+13
Woordjes hfdst. 1, blz. 38 + 39

Slide 25 - Tekstslide