2223 3HV week 49

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Bonjour!

- Chewing gum à la poubelle

- Range ton téléphone

- Enlève ta veste

- Prends ton livre 

- On commence dans 3 minutes

                       MERCI!

Le futur simple

L' objectif

Aan het eind van deze les kun je de futur simple herkennen 

Futur simple

De futur simple is de toekomende tijd.

Je gebruikt de futur simple om uit te drukken dat dingen zullen gebeuren.

In het Nederlands vertaal je de futur simple met een vorm van het hulpww 'zullen'+ infinitief

Futur simple = toekomende tijd

ik zal werken

jij zal fietsen

hij zal lopen

wij zullen eten

zij zullen kopen

De futur simple maak je door de uitgangen van avoir achter het hele werkwoord te plaatsen.

je partirai

tu partiras

il partira

nous partirons

vous partirez

ils partiront

Welke zin staat in de futur simple?

1. Je parle à mes parents.
2. Je parlerai à mes parents

Welke zin staat in de futur simple?

1. Leander changera les piles de son réveil.
2. Leander change les piles de son réveil.

Welke zin staat in de futur simple?

1. Les scouts marcheront vingt-cinq kilomètres.
2. Les scouts marchent vingt-cinq kilomètres.

Welke zin staat in de futur simple?

1. Je suis sûr que tu aimes ce film.
2. Je suis sûr que tu aimeras ce film.

Welke zin staat in de futur simple?

1. Tu m’appelles demain ?
2. Tu m’appelleras demain ?

Les objectifs

1. Aan het eind van deze les weet je welke lesstof je al goed snapt

2. Aan het eind van deze les weet je aan welke lesstof je nog aandacht en tijd moet besteden 

Activités

1. Wat moet ik leren voor de proef?

2. Oefenproef

3. Keuzemenu:

- Herhaling chapitre 1 Ex. 1 t/m 6 p. 131-136 

- oefentoets Chapitre 1 online

- opdrachten maken en nakijken 

- Woordjes en zinnen leren (slim stampen online?)

Wat moet ik leren voor de proef?

Chapitre 1

- Vocabulaire p. 48-49

- Phrases- clés p. 50

- Grammaire p. 30,32,44,45,51

- Grammaire werkwoorden avoir & être in de present en de passé composé

- Gemaakte opdrachten chapitre 1 

Keuzemenu

1. Maan de oefenproef

2. Maak opdrachten en kijk je opdrachten na

3. Maak de Herhaling chapitre 1 Ex. 1 t/m 6 p. 131-136 

4. Maak de oefentoets online

5. Leer de woorden en zinnen 

Heb je weleens gekeken naar 'slim stampen'? Je vous montre!

Oefenproef

1) Werk 20 minuten in fluisterstilte aan de Proef

2) Wissel na 20 minuten van Proef met een klasgenoot uit je groepje en kijk elkaars gemaakte werk na

Hoeveel % van de lesstof beheers je al?

0100

Hoe ga je je de komende week voorbereiden op de proef?

Check-in- Wat heb je de afgelopen weken geleerd? Denk aan het thema, welke woorden, welke grammatica