1.4 Schrijven en formuleren

1.4 
Schrijven en formuleren

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.4 
Schrijven en formuleren

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les
  • kan ik een zakelijke e-mail schrijven
  • kan ik formele taal gebruiken in een zakelijke e-mail
  • weet ik het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Formeel
Informeel
Telefoonnotitie
Sollicitatiebrief
Ansichtkaart
Bedankbrief
E-mail naar docent
E-mail naar je opa
Sms naar je baas
Appje naar je vader
Instagram
Verslag

Slide 5 - Sleepvraag

Hoi Bart,
Hoe gaat ie? Met mij goed.
Doei!
Kim
Welke twee antwoorden zijn goed??
A
Formeel
B
Informeel
C
Zakelijk
D
Persoonlijk

Slide 6 - Quizvraag

Wat schrijf je boven een brief/email als je niet weet hoe diegene heet?
A
Geachte mevrouw, meneer,
B
Je schrijf hoi boven de brief.
C
Je verzint zelf een naam.
D
Je zet er niets boven.

Slide 7 - Quizvraag

In de inleiding schrijf je....
A
kort waarom je schrijft.
B
wie je bent en hoe oud je bent.
C
wat je verwacht van de lezer.

Slide 8 - Quizvraag

Schrijf hier de afsluiting die past bij een zakelijke mail.

Slide 9 - Open vraag

Herhaling
Hoe schrijf je een zakelijke email?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandige verwerking
Maak de opdrachten van hoofdstuk 1.4
Doe dit zelfstandig.

Klaar? Ga stillezen in je boek. 

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld zakelijke e-mail
Schrijf een zakelijke e-mail

Slide 14 - Tekstslide