In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
WELKOM
3 Kader
Welkom bij het vak Nederlands!!
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van deze les:
Weet je wie ik ben
Hoe we gaan werken bij het vak Nederlands
Wat ik van jullie verwacht
Beginnen met : 1.1 Fictie ( Personages en tijdsperspectief)
Slide 2 - Tekstslide
voorstellen:
Slide 3 - Tekstslide
Werkwijze en regels bij Nederlands:
- Telefoon altijd in de telefoontas.
- Zitten volgens plattegrond
- Altijd je werkboek en schrijft bij je
- Bij vragen of iets opmerken: Altijd de vinger omhoog!
- Als ik praat, ben jij stil
Slide 4 - Tekstslide
Hoe werkt het boek:
Slide 5 - Tekstslide
We gaan starten!
We beginnen met 1.1 Fictie, blz 8
Slide 6 - Tekstslide
hoofdpersonen en bijpersonen
Slide 7 - Woordweb
Theorie (personages)
Hoofdpersonen + bijpersonen = personages
Wat krijg je over hoofdpersonen te weten?
- wat hij/zij denkt en voelt
- wat zijn/haar karaktereigenschappen zijn
- hoe hij/zij eruitziet
- waat, hoe en met wie hij/zij woont Hierdoor kun je je beter inleven in de hoofdpersoon.
Over de bijpersonen krijg je minder informatie. Je krijgt meestal geen gedachten of gevoelens te lezen.
Slide 8 - Tekstslide
Een bijpersoon speelt een minder belangrijke rol in een verhaal. Bovenstaande uitspraak is
A
waar
B
niet waar
C
ik heb geen idee
Slide 9 - Quizvraag
In een verhaal krijg je veel informatie van de hoofdpersoon. Bovenstaande uitspraak is
A
ik heb geen idee
B
waar
C
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Theorie (perspectief)
Ieder verhaal heeft een tijdsperspectief. Optie 1: met de gebeurtenissen mee vertellen. De schrijver weet ook nog niet wat er gaat gebeuren. Optie 2: achteraf vertellen. De schrijver kent de afloop al en kan dus vooruit lopen op de gebeurtenissen. Hij gaat heen en weer tussen toen en nu.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Welk tijdsperspectief speelt bij de Titanic?
A
Met de gebeurtenissen mee vertellen.
B
Achteraf vertellen.
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Video
Welk tijdsperspectief speelt bij deze film
A
Met de gebeurtenissen mee vertellen.
B
Achteraf vertellen.
Slide 15 - Quizvraag
Starten met het huiswerk:
- Maken opdracht 1, 2, 4, 5 en 7
Dit moet af op zijn op donderdag 31 augustus het vierde uur