Talent Woorden H1t/m3 vmbo-t/havo

Talent Hoofdstuk 1 t/m 3 Woorden
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Talent Hoofdstuk 1 t/m 3 Woorden

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn de leerdoelen?
  • Jullie kunnen samenstellingen maken en herkennen.
  • Jullie kunnen synoniemen herkennen en gebruiken.
  • Jullie kunnen tegenstellingen herkennen en gebruiken.
  • Jullie weten wat voor- en achtervoegsels zijn en kunnen ze
      gebruiken.
  • Jullie weten hoe je een woordenboek moet gebruiken.
  • Jullie hebben 75 nieuwe woorden geleerd.

Slide 2 - Tekstslide

Leg uit! Wat is een samenstelling?
Geen voorbeelden!!!

Slide 3 - Open vraag

Voorbeelden van
samenstellingen

Slide 4 - Woordweb

Wat betekent
nonchalant?
A
vol enthousiasme
B
overblijvend
C
zeggen dat het klopt
D
achteloos, onverschillig

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent
de instructie?
A
uitleg in stappen hoe je iets moet uitvoeren
B
gebeuren zoals je bedacht en gepland had
C
manier
D
zeggen dat het klopt

Slide 6 - Quizvraag

Je hebt een woordenboek in handen en je hebt de bladzijden met de zoekwoorden potentie en punt voor je.

Staat het woord potgrond op één van deze pagina's? Ja / Nee

Slide 7 - Open vraag

Wat zijn synoniemen?
Leg uit.

Slide 8 - Open vraag

Geef voorbeelden
van synoniemen.

Slide 9 - Woordweb

Wat betekent
de herkomst?
A
waar iets of iemand vandaan komt
B
in de buurt van, dichtbij
C
beschikbaar of voorradig zijn
D
functie of baan die iemand heeft

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent
voorhanden zijn?
A
afwisselend
B
de juiste oplossing hebben, gelijk hebben
C
beschikbaar of voorradig zijn
D
functie of baan die iemand heeft

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn tegenstellingen?
Leg uit.

Slide 12 - Open vraag

Geef voorbeelden
van tegenstellingen

Slide 13 - Woordweb

Maak tegenstellingen met voor- en/of achtervoegsels.

Slide 14 - Open vraag

Wat betekent
de blessure?
A
beschadiging aan je lichaam, vooral veroorzaakt door sporten
B
zeer gevaarlijke activiteiten
C
als je beter kijkt of nadenkt
D
nauwelijks, bijna niet, bijna geen

Slide 15 - Quizvraag

Wat betekent
halsbrekende toeren?
A
te pakken krijgen, voordelig kopen
B
heel hard schreeuwen
C
krijgen door er moeite voor te doen
D
zeer gevaarlijke activiteiten

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent
roerloos?
A
gevaar
B
heel vol
C
zonder te bewegen
D
aan het eind, tot slot

Slide 17 - Quizvraag

Synoniemen
Tegen-
stellingen
Samen-
stelling
Valkuil
bepaald
onbepaald
huis
woning
gewoon
ongewoon
tafelkleed
autodeur
licht
donker
godsdienst
religie
boos
kwaad

Slide 18 - Sleepvraag

Heb je de lesstof begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

We gaan aan de slag!
Ga via Som naar de online leeromgeving van Talent. Kies voor 
de lesstof/opdrachten, niet voor de boeken.
Kies een hoofdstuk (1, 2 of 3) en kies vervolgens voor paragraaf 5 Woorden.
Onderaan staan extra opdrachten (Test jezelf, Versterk jezelf en een woordtrainer). Ga hiermee aan de slag.

We gaan 10 minuten stil werken.
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd?
  • Jullie kunnen samenstellingen maken en herkennen.
  • Jullie kunnen synoniemen herkennen en gebruiken.
  • Jullie kunnen tegenstellingen herkennen en gebruiken.
  • Jullie weten wat voor- en achtervoegsels zijn en kunnen ze
      gebruiken.
  • Jullie weten hoe je een woordenboek moet gebruiken.
  • Jullie hebben 75 nieuwe woorden geleerd.

Slide 21 - Tekstslide