1 HA4 Grammatica taalkundig: persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

Grammatica woordsoorten
1. lidwoorden en zelfstandige naamwoorden 
2. bijvoeglijke naamwoorden
3. voorzetsels
4. persoonlijke  en bezittelijke voornaamwoorden
5. zelfstandige werkwoorden, hulpwerkwoorden


voegwoorden
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Grammatica woordsoorten
1. lidwoorden en zelfstandige naamwoorden 
2. bijvoeglijke naamwoorden
3. voorzetsels
4. persoonlijke  en bezittelijke voornaamwoorden
5. zelfstandige werkwoorden, hulpwerkwoorden


voegwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Voornaamwoorden
Opdracht
1. Zoek op internet: wat is een voornaamwoord?
2. Schrijf je antwoord zo kort mogelijk op! 
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

voornaamwoord

Slide 3 - Woordweb

voornaamwoord
1. verwijst naar personen, dieren, dingen: 
2. in plaats van een zelfstandig naamwoord
3. voor = "in de plaats van"

Slide 4 - Tekstslide

Waarom een voornaamwoord?
A. Tante had een boek aan Jan gegeven. Jan bedankte tante voor het boek. Tante vertelde Jan dat het boek erg leuk was.

B. Tante had een boek aan Jan gegeven. Hij bedankte haar voor het boek. Ze vertelde hem dat het erg leuk was. 


Slide 5 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord: 2 manieren 
onderwerp
lijd /mw vw 
bezittelijk vnw
1e ps ev 
ik
mij (me)
2e ps ev
3e ps ev
1e ps mv
wij
ons
2e ps mv
3e ps mv
z

Slide 6 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord: 2 manieren 
onderwerp
lijd vw / meewerkend vw
ik
mij (me)
jij (je)
jou (je)
hij, zij, het u
hem haar u
wij
ons
jullie
jullie u
zij (ze)
hen hun ze

Slide 7 - Tekstslide

persoonlijk voornaamwoord
https://www.youtube.com/watch?v=6tUiLDMnuQIekst
1. Hoe kun je een persoonlijk voornaamwoord herkennen? Welke truc kun je gebruiken?

2. Wanneer is het géén persoonlijk voornaamwoord?
3. Waarom kun je dat moeilijk herkennen? 

Slide 8 - Tekstslide

persoonlijk voornaamwoord
1. verwijst naar iets of iemand
2. staat in plaats van het zelfst. nw
3. heeft 2 vormen: 1 onderwerp - 2 lijdvw/meewvw
4. is het een persoonsvorm? Vervang door eigen naam= ja !

Slide 9 - Tekstslide

persoonlijk voornaamwoord
chromebook:
grammatica taalkundig: voornaamwoorden

Slide 10 - Tekstslide