2h - les 1 Lezen H5 Woordenschat H5

Welkom
- Telefoon weg
- Jas weg
- Geen eten en drinken
- Leesboek op tafel
- Chromebook
timer
3:00
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom
- Telefoon weg
- Jas weg
- Geen eten en drinken
- Leesboek op tafel
- Chromebook
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Welkom


Nederlands

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
Lezen in een boek 

Lezen
Je kunt kritisch lezen.

Woordenschat
Je kent uitdrukkingen uit handel en scheepvaart.

Slide 3 - Tekstslide

timer
15:00

Slide 4 - Tekstslide

Lezen H5
Doel: Je leert kritisch lezen.

Slide 5 - Tekstslide

Lezen H5
Start:

Lees de tekst: 'Speciale pas zorgt voor groen licht'

Geloof je het? 

Slide 6 - Tekstslide

Lezen H5
Via televisie, radio, kranten, tijdschriften en vooral internet kun je snel en makkelijk informatie vinden. Maar die is niet altijd betrouwbaar.

Soms klopt de informatie niet, doordat de auteur niet deskundig genoeg is. Ook kan de informatie in een tekst verouderd zijn. Zo is een artikel van vijf jaar geleden over elektrische auto’s inmiddels al lang ingehaald door nieuwe ontwikkelingen.

Slide 7 - Tekstslide

Lezen H5
Verder kan het voorkomen dat een tekst niet objectief is of dat er informatie wordt weggelaten, omdat de auteur daar belang bij heeft.

Denk aan artikelen in roddelbladen of reclamefolders. In een advertentie voor ijsjes staat bijvoorbeeld ‘als beste getest’, maar er wordt niet vermeld dat aan de test maar een paar mensen meededen en dat het verschil met andere ijsjes minimaal was.

Slide 8 - Tekstslide

Lezen H5
Je moet een tekst dus kritisch lezen.

Stel bij het kritisch lezen van een tekst het volgende vast:
1. Is de auteur deskundig en onpartijdig? Geeft de tekst informatie over bijvoorbeeld zijn opleiding of zijn beroep?
2. Wat is de bron van de tekst? Met andere woorden: waar(in) is de tekst gepubliceerd?
3. Zijn de mensen die geïnterviewd worden, betrouwbaar en deskundig? Komen er voor- én tegenstanders aan het woord?
4. Is de informatie in de tekst niet verouderd / nog actueel?
5. Klopt het wat de auteur zegt? Laat hij geen belangrijke dingen weg?
6. Gebruikt de auteur sterke argumenten of kun je er makkelijk iets tegen inbrengen?






Maken: 1, 2
timer
20:00

Slide 9 - Tekstslide

Woordenschat H5
Doel: Je kent uitdrukkingen over handel en scheepvaart.

Geschiedenis....

Slide 10 - Tekstslide

Woordenschat
Start: Welke uitdrukkingen worden op de plaatjes uitgebeeld?


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Woordenschat H5
Nederland is van oudsher een handelsland. De scheepvaart speelde daarbij een belangrijke rol. Aan de handel en de scheepvaart hebben we veel spreekwoorden en uitdrukkingen te danken. Vaak gebruiken we die zonder te weten waar ze vandaan komen. Denk maar aan het over een andere boeg gooien (het op een andere manier proberen) en aan de grond zitten (geen geld meer hebben).

Slide 18 - Tekstslide

Woordenschat H5
Hij is onder zeil.
Hij komt met een vol zeil thuis.
Hij heeft zijn bramzeil gehesen.
Het roer is van het schip.
Hij gaat zeven voet diep.
Hij laat zijn schuitje vollopen.
Zijn kompas is van de pen.
Met tegenwind moet men laveren, wie veel drinkt zal 't ook wel leren.

Slide 19 - Tekstslide

Woordenschat H5
Maken: 1, 2, 3
timer
20:00

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk
Leesboek meenemen
Maken: Lezen H5 opdracht 1, 2
Woordenschat H5 opdracht 1, 2, 3

Slide 21 - Tekstslide