5v Hoofdstuk 15 paragraaf 15.1 Atoomeconomie

Lesdoelen paragraaf 15.1 Atoomeconomie
Principes van groene chemie toepassen met atoomeconomie, E-factor en rendement

Rekenen met grenswaarden en de begrippen procent, promille, ppm en ppb
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen paragraaf 15.1 Atoomeconomie
Principes van groene chemie toepassen met atoomeconomie, E-factor en rendement

Rekenen met grenswaarden en de begrippen procent, promille, ppm en ppb

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Atoomeconomie
In een productieproces dat voldoet aan de uitgangspunten van de groene chemie (Binas tabel 97F) wordt zo veel mogelijk gewenst product gemaakt en zo min mogelijk afval

Met atooneconomie bepaal je hoe efficient een productieproces is: welk deel van de beginstoffen vind je terug in het gewenste product.


Slide 3 - Tekstslide

Atoomeconomie
Formules in BINAS 37H (omschrijving begrippen Binas 97F):
1. Atoomeconomie
2. Rendement
3. E-factor (en Q-factor)


4. Grenswaarden (en TGG) (Binas 97A)

Slide 4 - Tekstslide

Atoomeconomie






* te berekenen met de reactievergelijking en de molaire massa's
* massa% van de atomen van de beginstoffen in het product 

Slide 5 - Tekstslide

Rendement






* Te berekenen uit de reële opbrengst

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

E-factor en Q-factor
Environmental-factor is een maat voor de hoeveelheid afval die ontstaat bij een productieproces. Is de E-factor 3 dan betekent dit dat per gram (of kg) geproduceerd product 3 gram (of kg) afval ontstaat.

Q-factor: vervuilingsfactor: de mate waarin een stof vervuilend is. Water: Q=0    giftige stoffen: Q=100.... 1000

Slide 8 - Tekstslide

E-factor


*Voor de berekening van de E-factor wordt de informatie uit de atoomeconomie en het rendement gecombineerd
* te berekenen met de reactieverelijking, de molaire massa's
en het rendement
* hoeveel kg afval er ontstaat per kg geproduceerd product.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

ppm en ppb

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Grenswaarde
De grenswaarde is de maximaal toegestane hoeveelheid vaneen stof in          per          lucht op de werkplek. (Binas 97A)
m3
mg

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Welke bewering is juist over rendement...
A
kan > 100 % zijn
B
heeft een waarde van 0-100 %
C
Kan negatief zijn

Slide 16 - Quizvraag

Iemand vertelt je dat de E-factor van een bepaald productieproces 0,5 is. Wat betekent dit?
A
per 0,5 kg product ontstaat 1 kg afval
B
per 0,5 kg product ontstaat 0,5 kg afval
C
per kg product ontstaat 0,5 kg afval
D
per kg product ontstaat 1 kg afval

Slide 17 - Quizvraag

De E-factor voor de bereiding van X is 0,8 via proces 1 en 0,4 via proces 2. Welke stelling is juist?
A
proces 1 verbruikt meer energie dan proces 2
B
proces 2 verbruikt meer energie dan proces 1
C
proces 1 verbruikt meer grondstof dan proces 2
D
proces 2 verbruikt meer grondstof dan proces 1

Slide 18 - Quizvraag

De atoomeconomie van alcohol in de volgende reactie is....
C6H12O62C2H6O+2CO2
C2H6O
Alcohol = 
A
groter dan 100%
B
gelijk aan 100%
C
kleiner dan 100%

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de atoomeconomie van:

N2+3H22NH3
A
50%
B
75%
C
100%
D
Geen idee

Slide 20 - Quizvraag

Welke bewering is juist over atoomeconomie...
A
kan > 100 % zijn
B
heeft een waarde van 0-100 %
C
Kan negatief zijn
D
is altijd 100% bij een vormingsreactie

Slide 21 - Quizvraag

Welke reactie heeft een atoomeconomie van 100 %
A
verbranden aluminium
B
verbranden methaan
C
methanol + ethaanzuur wordt ester + water
D
hydrolyse van de olie van glycerol en oliezuur

Slide 22 - Quizvraag

Bereken de atoomeconomie voor methylethanoaat.
A
20 %
B
25 %
C
80 %
D
75 %

Slide 23 - Quizvraag