Werkwoordspelling verleden tijd (zwakke werkwoorden) 2
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De meisjes ... (maken) gisteren
samen een zandkasteel
samen een zandkasteel
Slide 2 - Open vraag
Jasper ... (schoppen) gisteren
de bal in de goal tijdens de training
de bal in de goal tijdens de training
Slide 3 - Open vraag
Mijn ouders .... (scheiden) vorig jaar
als goede vrienden.
als goede vrienden.
Slide 4 - Open vraag
De visser .... (roken) gisteren
de paling in een vat
de paling in een vat
Slide 5 - Open vraag
Ik .... (stoten) vorige week
de vaas per ongeluk van de tafel
de vaas per ongeluk van de tafel
Slide 6 - Open vraag
Gisteren ..... (branden) het huis
helemaal af.
helemaal af.
Slide 7 - Open vraag
Meike .... (kleuren) gisteren
een hele mooie kleurplaat
een hele mooie kleurplaat
Slide 8 - Open vraag
Vorige week .... (meten) de man
de lengte voor mijn nieuwe galajurk op
de lengte voor mijn nieuwe galajurk op
Slide 9 - Open vraag
Jelle .... (wenden) gisteren zijn vrachtwagen achteruit de straat in
Slide 10 - Open vraag
Gisteren was ik zo moe,
ik .... (gapen) de hele avond.
ik .... (gapen) de hele avond.
Slide 11 - Open vraag
Vorige maand .... (landen) zeven
vliegtuigen op Schiphol
vliegtuigen op Schiphol
Slide 12 - Open vraag
Zijn nare opmerking
.... (beïnvloeden) gisteren
mijn hele dag
.... (beïnvloeden) gisteren
mijn hele dag
Slide 13 - Open vraag
Tim en Julia .... (skeeleren) gisteren
hand in hand door het park.
hand in hand door het park.
Slide 14 - Open vraag
wij .... (haten) hem ontzettend
door zijn stomme gedrag
door zijn stomme gedrag
Slide 15 - Open vraag
Weken lang ..... (flossen) Joris
zijn tanden omdat hij bang was voor de tandarts
zijn tanden omdat hij bang was voor de tandarts
Slide 16 - Open vraag
Toen zijn vader overleed,
..... (erven) Bob een grote som geld
..... (erven) Bob een grote som geld
Slide 17 - Open vraag
Tom en Nicole ... (beleven)
gisteren een spannend moment toen
ze werden aangehouden door de politie
gisteren een spannend moment toen
ze werden aangehouden door de politie
Slide 18 - Open vraag
Gisteren ... (razen) er een storm
met enorme kracht langs de kust
met enorme kracht langs de kust
Slide 19 - Open vraag
Vorige week .... (blozen) Ella
enorm van het compliment dat zij kreeg voor haar harde werken
enorm van het compliment dat zij kreeg voor haar harde werken
