2vwo test spelling h1 t/m h6

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Test spelling H1 t/m H6

Lees de vragen goed door. 

Je moet de hele zin over te typen als er staat: neem de zin over. Bij andere vragen hoef je alleen de losse woorden te noteren in de juiste spelling. 

Heel veel succes!

Leg uit dat de onderstaande uitleg onjuist is.
Je schrijft dorpstraat, want je schrijft ook winkelstraat.

Leg aan de hand van je kennis over samenstellingen het betekenisverschil uit tussen reuzekracht en reuzenkracht.

Schrijf de woorden waar nodig aan elkaar:
De bij een geroepen vrijwilligers hebben zich in gezet voor de in stand houding van het veel bezochte maar verlies lijdende museum.

Schrijf de woorden waar nodig aan elkaar.
Een veel voorkomend probleem bij school reisjes op de basis school is dat kleine kinderen hun eigen dommen ergens achter laten en die later niet meer kunnen terug vinden.

Welke bewering is waar?

1. Alleen de infinitief kun je van tijd veranderen.
2. In een samengestelde zin kunnen meer voltooid deelwoorden staan.
3. Om de persoonsvorm te vinden in een samengestelde zin moet je de zin vragend maken.
4. De persoonsvorm tegenwoordige tijd meervoud schrijf je met -dden of -tten.

Welk woord schrijf je met een hoofdletter?

1. alexanderstraat
2. hockeyclub
3. kerstcircus
4. noorden

Welk woord schrijf je met een hoofdletter?

1. renaissance
2. pasen
3. mevrouw
4. maart

In welke zin zijn hoofdletters en leestekens juist geplaatst?

1. ' 44 Mensen reageerden op deze vacature bij een Telecombedrijf in het Zuiden van Noord-Brabant,' zei de bedrijfsleider.
2. ''S Middags ging Frits de Graaf medicijnen halen bij de apotheek,' merkte mijn broer op, 'omdat mevrouw De Graaf ziek was.'
3. De coach riep naar de spits in het veld: 'Jij neemt de penalty!'
4. 'Het vrijheidsbeeld is een van de bekendste symbolen van New York,' vertelde de gids trots.

Welke bewering is waar?

1. Als een zin begint met een cijfer volgt daarna een kleine letter.
2. Je gebruikt aanhalingstekens bij het weergeven van gedachten.
3. Je gebruikt een hoofdletter bij religies en stromingen.
4. Je gebruikt een kleine letter bij bijvoeglijke naamwoorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid.

Welke bewering is waar?

1. Je schrijft getallen met duizend los.
2. Samenstellingen met twee klemtonen schrijf je aan elkaar.
3. Woorden die gemaakt zijn van hier plus een voorzetsel, schrijf je aan elkaar.
4. Woorden die gemaakt zijn van waar plus een voorzetsel, schrijf je altijd los.

Maak een samenstelling. Plaats zo nodig -e-, -en- of -s- etc.
banaan + schil

Maak een samenstelling. Plaats zo nodig -e-, -en- of -s- etc.
lach + bek

Maak een samenstelling. Plaats zo nodig -e-, -en- of -s- etc.
recht + zaak

Maak een samenstelling. Plaats zo nodig -e-, -en- of -s- etc.
zon + scherm

Maak een samenstelling. Plaats zo nodig -e-, -en- of -s- etc.
bruid + sluier

Welke regel hoort bij de samenstelling rijstepap?

1. Het eerste deel verwijst naar iets waarvan er maar één is.
2. Het eerste deel heeft geen meervoud.
3. Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord.
4. Het eerste deel versterkt een bijvoeglijk naamwoord.

Welke regel hoort bij de samenstelling secondewijzer?

1. Het eerste deel verwijst naar iets waarvan er maar één is.
2. Het eerste deel heeft een meervoud op -s en - n.
3. Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord.
4. Het eerste deel versterkt een bijvoeglijk naamwoord.

Welk woord is fout gespeld?

1. stoelendans
2. tarwebrood
3. groentensoep
4. geboortegolf

Noteer de woorden aan elkaar en plaats zo nodig een koppelteken.
koffie + automaat

Noteer de woorden aan elkaar en plaats zo nodig een koppelteken.
50 + jarige

Noteer de woorden aan elkaar en plaats zo nodig een koppelteken.
non + fictie

Noteer de woorden aan elkaar en plaats zo nodig een koppelteken.
Noord + Brabander

Noteer de woorden aan elkaar en plaats zo nodig een koppelteken.
warmte + isolatie

Noteer de woorden aan elkaar en plaats zo nodig een koppelteken.
nek aan nek race

Noteer de woorden zo mogelijk aan elkaar. Laat weg wat je mag weglaten en plaats zo nodig een weglatingsstreepje.
tuin meubelen en tuin gereedschap

Noteer de woorden zo mogelijk aan elkaar. Laat weg wat je mag weglaten en plaats zo nodig een weglatingsstreepje.
hoge kosten en lage kosten

Noteer de woorden zo mogelijk aan elkaar. Laat weg wat je mag weglaten en plaats zo nodig een weglatingsstreepje.
korte afstands lopers en lange afstandslopers

Neem de tekst over en plaats hoofdletters en leestekens:

sven kom je nu eens beneden riep moeder ze voegde eraan toe dat ze hem al eerder geroepen had

Neem de tekst over en plaats hoofdletters en leestekens:

ja mam ik kom eraan zei sven ik heb je de eerste keer niet gehoord

Neem de zin over en plaats hoofdletters en leestekens:

was uw handen stuk zei de premier op tv tegen de nederlandse samenleving

Neem de zin over en plaats hoofdletters en leestekens:

graag zou ik willen weten zei mevrouw van klaver of de burgemeester nog aan de eendenplas woont

Wat is het verschil tussen
de derde prijswinnaar en
de derdeprijswinnaar?

Kies de twee juiste werkwoordsvormen:
Als jij echt zo veel [verdiend/verdient], kan ons uitje toch wel door jou worden [bekostigd/bekostigt]?

Kies de twee juiste werkwoordsvormen.
Deze riante villa wordt al jaren door de werkloze Joris [bewoond/bewoont], wat velen [verbaasd/verbaast].

Kies de twee juiste werkwoordsvormen.
Het door Jules [bereide/bereidde] gerecht viel in de smaak. De heerlijke geuren zouden de omzet positief [beïnvloeden/beïnvloedden].

Kies de twee juiste werkwoordsvormen.
Na enkele moeilijke weken [beruste/berustte] Suze in haar liefdesverdriet. Ze [zweette/zweten] al voordat ze begonnen was met hardlopen.

Leg uit wanneer je hersteld schrijft en wanneer je herstelt schrijft.

Noteer de werkwoorden in de juiste vorm:
Toen de laborante was [bedwelmen] door het gas, werd zij [beademen] door een toegesnelde collega.

Noteer de werkwoorden in de juiste vorm:
Als een vulkaan (uitbarsten), (worden) de hete magma uit de krater (duwen).

Noteer de werkwoorden in de juiste vorm:
Met een (afwenden) hoofd (beantwoorden, vt) de kandidaat de vragen van de quizmaster.

Noteer de werkwoorden in de juiste vorm:
Als de verwarde man (worden,tt) (beschuldigen) van dierenmishandeling, (bevrijden,tt) de politie de (verwaarlozen) dieren.

Noteer de werkwoorden in de juiste vorm:
(Vinden,tt) je ook niet dat je vader goed geholpen (worden,tt).

Noteer de werkwoorden in de juiste vorm:
Mijn mentor (ontraden) mij vorig jaar om dit profiel te kiezen. Mijn vriendinnen (verrassen) mij toen met hun keuze.

Noteer de werkwoorden in de juiste vorm:
Die fantastisch (inrichten) kamers (kosten, vt) daarna meer dan de bedoeling was.