hart en bloedvaten

Hoofdstuk 15: 
Hart en 
bloedvaten


En hoofdstuk 16:
Het ademhalingsstelsel
hart en bloedvaten
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
zorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 15: 
Hart en 
bloedvaten


En hoofdstuk 16:
Het ademhalingsstelsel
hart en bloedvaten

Slide 1 - Tekstslide

Thema van de les
 - De werking van het hart 
 - Bloedvaten 
 - De bloedsomloop 
 

Slide 2 - Tekstslide

De les van vandaag:
 - Herhalen van het hart 
 - Herhalen aders en slagaders 
 - Herhalen van de bloedsomloop
 -  Herhalen ademhalingsstelsel

Slide 3 - Tekstslide

Bloedsomloop
  • We bekijken nu een filmpje over de bloedsomloop
  • Daarna bekijken we het filmpje nog een keer
  • De tweede keer zitten er vragen in

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

10

Slide 6 - Video

memorie...

Slide 7 - Tekstslide

00:06
Met welk cijfer kun je de bloedsomloop vergelijken?
A
4
B
8
C
6
D
2

Slide 8 - Quizvraag

00:12
Welke bloedsomlopen zijn er?

Slide 9 - Open vraag

00:21

Waar start
de kleine bloedsomloop?
A
Linkerkamer van het hart
B
Rechterkamer van het hart
C
Linkerboezem van het hart
D
Rechterboezem van het hart

Slide 10 - Quizvraag

00:31


Wat gebeurt er in de longen?
A
Zuurstof afgeven Kooldioxide opnemen
B
Kooldioxide afgeven Zuurstof opnemen

Slide 11 - Quizvraag

01:07
Welke drie soorten bloedvaten heb je?

Slide 12 - Open vraag

01:22
Hoe heet de belangrijkste slagader van het lichaam?
A
De halsslagader
B
De kransslagader
C
De aorta
D
De longslagader

Slide 13 - Quizvraag

01:34
Welke slagader vervoert zuurstofarm bloed?
A
De aorta
B
De halsslagader
C
De kransslagader
D
De longslagader

Slide 14 - Quizvraag

02:23
In welke soort vaten vertakken de
kleinere slagaders zich?
A
Haarvaten
B
Kransslagader
C
Aders
D
Aorta

Slide 15 - Quizvraag

02:39
Wat gebeurt er in de haarvaten in de grote bloedsomloop?
A
Ze pompen het bloed terug naar het hart
B
Ze geven zuurstof en voedingsstoffen af
C
Ze nemen zuurstof op
D
Ze geven kooldioxide af

Slide 16 - Quizvraag

02:56
Door de kleppen in de aders en de pompfunctie van de spieren stroomt het bloed niet terug naar beneden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Waar start de grote bloedsomloop?
A
Linkerkamer van het hart
B
Rechterkamer van het hart
C
Linkerboezem van het hart
D
Rechterboezem van het hart

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de functie van het hart?
A
Bloed rondpompen
B
Zuurstof door het lichaam pompen
C
Kooldioxide door het lichaam pompen
D
Het hart maakt rode bloedcellen aan

Slide 19 - Quizvraag

In welk deel van het hart komt de longader het hart binnen?
A
in de rechterboezem
B
In de linkerboezem
C
in de rechterkamer
D
in de linkerkamer

Slide 20 - Quizvraag

hart -> slagaders -> alle organen -> aders -> hart
Welke bloedsomloop is dit?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop

Slide 21 - Quizvraag


De wanden van het hart
A
20 - 60 x/min.
B
40 - 80 x/min.
C
60 - 100 x/min.
D
80 - 120 x/min.

Slide 22 - Quizvraag

Het hart bestaat uit twee kamers en twee boezems gescheiden door hartkleppen.
A
Goed
B
Fout

Slide 23 - Quizvraag

Het hart is een spier
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Wat mondt er uit in de rechterboezem van ons hart?
A
Zuurstofarm bloed
B
Zuurstofrijk bloed

Slide 25 - Quizvraag

Hart --> longen --> hart
Welke bloedsomloop wordt hier beschreven?
A
De grote bloedsomloop
B
De kleine bloedsomloop

Slide 26 - Quizvraag

Hoeveel boezems heeft het hart?
A
1
B
4
C
3
D
2

Slide 27 - Quizvraag

De boezems zitten hier:
A
Beneden in het hart
B
Boven in het hart

Slide 28 - Quizvraag

Het hart krijgt zuurstof en voedingsstoffen via:
A
De aorta
B
De halsslagader
C
De onderste holle ader
D
De kransslagader

Slide 29 - Quizvraag

Een volwassen mens heeft zoveel liter bloed
Per uur gaat er zoveel liter bloed door het hart:
Een volwassen hart klopt ongeveer zo vaak per minuut
vijf
72
300

Slide 30 - Sleepvraag

Op deze plaatsen meet je de hartslag:

Slide 31 - Open vraag

Een normale pols tel je zoveel seconden:
A
30 seconden en dat doe je keer 2
B
60 seconden en dat doet je keer 2
C
30 seconden en dat doe je keer 3
D
60 seconden

Slide 32 - Quizvraag

Bij het tellen van de pols let je op:
A
Frequentie, kleur en helderheid
B
Frequentie, gelijkmatigheid, ritme
C
Gelijkmatigheid, hoeveelheid, vastheid
D
Ritme, regelmaat

Slide 33 - Quizvraag

Frequentie betekent:
A
Het aantal hartslagen
B
De gelijkmatigheid van de hartslagen
C
Het ritme van de hartslagen

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Video

Het ademhalings-
stelsel

Slide 36 - Woordweb

0

Slide 37 - Video

7

Slide 38 - Video

00:08
De lucht die je inademt is:
A
Zuurstofarm
B
Zuurstofrijk

Slide 39 - Quizvraag

00:15
Hoe worden de longen beschermd?
A
Door het middenrif
B
Door de ribben
C
Door het hart
D
Door de luchtpijp

Slide 40 - Quizvraag

01:11
Waar start de ademhaling?
A
Mondholte/neusholte
B
Mondholte/keelholte
C
Neusholte/luchtpijp

Slide 41 - Quizvraag

01:17
Hoe blijft de luchtpijp open?

Slide 42 - Open vraag

01:21
Waar splitst de luchtpijp in?

Slide 43 - Open vraag

01:30
Wat zit er aan het einde van de bronchiën?

Slide 44 - Open vraag

01:42
In de longblaasjes vindt de uitwisseling van zuurstof en kooldioxide plaats.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 45 - Quizvraag

De volgorde van het ademhaling: mond-keel-strottenhoofd-luchtpijp-bronchiën-longen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 46 - Quizvraag

Deze les heeft me geholpen met leren en begrijpen van de stof
Ja, ik snap het nu
Nee, ik begrijp het nog steeds niet goed
Ik wil deze les nog een keer doen voor de toets

Slide 47 - Poll