Module A2, Het cardiovasculaire stelsel – AP en Myocardinfarct

Module A2
Het cardiovasculaire stelsel – AP en Myocardinfarct
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Module A2
Het cardiovasculaire stelsel – AP en Myocardinfarct

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Fijnmazig thema Preventie en leefstijl
  •  Presentatie en quiz Angina Pectoris en myocard infarct 
  • Opdracht voorlichting
  • Opdracht Angina Pectoris en myocard infarct 

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht
Jullie krijgen allemaal een A4, hierop maak je een tekening van de grote en de kleine bloedsomloop
Gebruik hiervoor, indien aanwezig, een rode en blauwe pen/stift (andere kleuren mogen ook).

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de functie van de linker hartkamer?
A
zuurstofarm bloed naar de longen pompen
B
zuurstof rijk bloed naar de aorta pompen
C
zuurstofarm bloed naar de aorta pompen
D
zuurstofrijk bloed de longen in pompen

Slide 6 - Quizvraag

Welke klep bevindt zich tussen de linkerboezem en de linkerkamer?
A
mitralisklep
B
tricuspidalis klep

Slide 7 - Quizvraag

1. De grote bloedsomloop transporteert zuurstofrijk bloed van het hart naar de rest van het lichaam en brengt zuurstofarm bloed terug naar het hart.

2. De kleine bloedsomloop transporteert zuurstofrijk bloed van het hart naar de rest van het lichaam en brengt zuurstofarm bloed terug naar het hart.

A
1 is waar, 2 is niet waar
B
beide stellingen zijn waar
C
2 is waar, 1 is niet waar
D
beide stellingen zijn niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide


Wat is de functie van de kransslagaders?
A
brengen zuurstofrijk bloed naar de longen
B
brengen zuurstofarm bloed naar de aders
C
brengen bloed naar de hartkamers
D
voorzien de hartspier van zuurstofrijk bloed

Slide 10 - Quizvraag

Coronair arteriën
Drie slagaders, die het hart als een krans omgeven die het hart van bloed voorzien. RCA, de LAD en de CX​ 


Lopen aan de buitenkant van de hartspier. ​

Kunnen voldoende zuurstofrijk bloed aanvoeren. Ook wanneer het hart extra werk moet verzetten.​

Twee hoofdkransslagaders; de linker en de rechter. ​
 ​
De linker kransslagader splitst zich in een ombuigende tak en een afdalende tak. ​






Slide 11 - Tekstslide

Aandeel linker kransslagader is groter (65%) dan de rechter. Waarom??

Slide 12 - Open vraag

Wat is een hartinfarct?
A
een hartstilstand
B
een afsluiting van een kransslagader
C
een afsluiting in de aorta
D
een afsluiting in een longslagader

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Angina Pectoris / Myocard infarct

Slide 15 - Tekstslide

Welke controle is meest van belang voor en na toediening van Nitroglycerine-spray/tablet?
A
temperatuur
B
gewicht
C
bloeddruk
D
saturatie

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Wat is een myocardinfarct?
A
Geheel of gedeeltelijke afsluiting van een of meer coronair arteriën, met als gevolg slechte doorbloeding van de hartspier van het deel VÓÓR de afsluiting
B
Geheel of gedeeltelijke afsluiting van een of meer coronair arteriën, met als gevolg slechte doorbloeding van de hartspier van het deel NA de afsluiting

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Wat zijn enkele algemene oorzaken van een hartinfarct?
A
Intensieve lichaamsbeweging, eiwitrijk dieet, en onvoldoende slaap.
B
Hoge bloeddruk, roken, en hoge cholesterolwaarden.

Slide 20 - Quizvraag

Symptomen Myocardinfarct​
  • plotselinge hevige beklemmende pijn achter het borstbeen die kan uitstralen naar de linkerarm (soms ook rechts), de kaken en de nek en tussen de schouderbladen;​
  • pijn die veelal optreedt (in tegenstelling tot angina pectoris) in rust en soms tijdens inspanning;​
  • pijn die niet verdwijnt in rust of na het innemen van vaatverwijdende medicatie (nitroglycerine sublinguaal), omdat een gedeelte van de hartspier al onherstelbaar beschadigd is;​
  • een pijnaanval die langere tijd blijft bestaan (meestal een tot twee uur);​
  • misselijkheid en/of braken, bleek zien, kortademigheid en transpireren;​
  • doodsangst of een onheilspellend gevoel.










Slide 21 - Tekstslide

Vrouwspecifieke symptomen hartinfarct

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Wat is het verschil tussen angina pectoris en een myocardinfarct?

Slide 24 - Open vraag

Verschil MI en AP
Hartinfarct A.​

Linker kransslagader (LAD) die is afgesloten (1) door een bloedstolsel in een slagader die door een plaque al vernauwd was. De spiercellen stroomafwaarts krijgen geen zuurstofrijk bloed en sterven af. Het gevolg is een hartinfarct. ​

Angina pectoris B.​
Rechter kransslagader (RCA) die is vernauwd door plaque (2). De spiercellen stroomafwaarts krijgen bij inspanning te weinig zuurstof en presteren minder. Het gevolg is pijn op de borst.



Slide 25 - Tekstslide

Diagnose
De anamnese of klinische presentatie; Symptomen die direct zijn waar te nemen​


ECG​ (necrose)

Enzymbepaling; troponine​ (na 3 uur in de bloedbaan meetbaar), creatinekinase (CK), lactaatdehydrogenase (LDH) 

CAG/Hartkatheterisatie
 




Slide 26 - Tekstslide

Wat is géén complicatie van een myocardinfarct?
A
(cardiogene) shock
B
longoedeem
C
ritmestoornissen
D
artritis

Slide 27 - Quizvraag

Complicaties
Ritmestoornissen:
VF, AF
Acuut hartfalen:
Shock
Longoedeem
Harttamponade

Slide 28 - Tekstslide

Behandeling
Medicamenteuze behandeling met :

  • Anticoagulantia (bloedverdunners)​
  • Nitraten ​
  • Bètablokkers​

Chirurgische maatregelen:​
  • Angioplastiek (dotteren)​
  • Bypass operatie (CABG) ​





Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Opnameverloop​
Opname op hartbewaking of ICC​

  • Cô pols, bloeddruk, vochtbalans​
  • Observatie 24 uur op ritmestoornissen​
  • Bewaking via telemetrie​

Overplaatsing interne afdeling​
  • Anamnesegesprek​
  • Verpleegkundige diagnose stellen​
  • Revalidatie naar ontslag in samenwerking met disciplines; diëtiste, fysiotherapeut, maatschappelijk werk​






Slide 31 - Tekstslide

Noem een aantal belangrijke vpk aandachtspunten

Slide 32 - Open vraag

Ontslag - Revalidatie
Ziekenhuis:​
Zodra de conditie van de zorgvrager het toelaat. ​
Uitnodiging voor revalidatieprogramma; thuiscontinuïteit;​

Thuis:​
Fysieke training, twee tot drie keer per week​
Therapie op het revalidatiecentrum​
Groepssessies of individuele begeleiding voor het leren omgaan met (psychologische) risicofactoren​
Sportclub voor mensen met hartziekten​











Slide 33 - Tekstslide

Aan de slag!
  1. Vorm 2 of 3 tallen.
  2. Bereid een voorlichtingsgesprek voor aan aan iemand met een verminderd IQ, t.a.v. leefstijladvies na een hartinfarct.  Maak gebruik van theorie uit ThiemeMeulenhof en de hartstichting.
  3. Dit gesprek speel je in tweetallen na neem je op video op. 
  4. De video uploaden op Itslearning

Slide 34 - Tekstslide

Opdracht (huiswerk)

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video