Tussentoets Interbellum

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Kennistest Interbellum

Doelen

• Gevolgen van de Eerste Wereldoorlog kunnen benoemen
• Gevolgen economische crisis voor de opkomst van totalitaire stromingen
• Kenmerken kennen van het fascisme, communisme en nationaal-socialisme
• De belangrijkste politieke ontwikkelingen in  VS, Nazi-Duitsland , Italië en Rusland  (Sovjet-Unie) omschrijven

Belangrijkste personen

• Franklin D. Roosevelt (FDR)
• Herbert Hoover
• Lenin
• Stalin
• Adolf Hitler
• Benito Mussolini

WOI

WOII

Interbellum

Hoe worden de jaren 20 in Amerika ook wel genoemd?

1. Grote Depressie
2. Yay Twenties
3. Roaring Twenties
4. Twenties

Hoe noemen we de periode tussen 2 oorlogen?

1. Interbellum
2. Tussentijd
3. La belle epoque
4. Roaring twenties

De lopende band zorgde voor goedkopere producten -> lonen kunnen stijgen -> stijging koopkracht -> meer vraag naar producten

De New Deal

1. Hoover
2. Roosevelt

Wat is de New Deal?

1. Een pokerspel
2. Een verkoopplaats voor nieuwe auto's
3. Een pakket maatregelen om grote depressie tegen te gaan
4. Een verkoopovereenkomst

Wat was geen onderdeel van de New Deal?

1. Oorlog voeren met Nazi-Duitsland om economie te herlanceren.
2. Staatsinvesteringen in economie.
3. Regulering van financiële sector.
4. Uitkeringen voor werklozen

Deze bron gaat over de New Deal.
Is de maker een voor of tegenstander?

1. Voorstander
2. Tegenstander

De crisis in de VS werd vooral beeindigd door...

1. het aanleggen van grote publieke werken
2. het verhogen van de uitkeringen
3. WO II
4. de New Deal

Kenmerkend aspect

Het totalitair karakter van het (...) politiek systeem

Stalin

1. Kapitalisme
2. Communisme

Planeconomie?

1. Kapitalisme
2. Communisme

Vrijemarkteconomie

1. Kapitalisme
2. Communisme

Welk woord hoort er niet bij?

1. Vrije markt economie
2. collectivisatie
3. Stalin
4. 5-Jarenplannen

Welke kenmerken van het Stalinisme zijn te herkennen in deze afbeelding?

1. censuur en collectivisatie
2. collectivisatie en persoonsverheerlijking
3. persoonsverheerlijking en terreur
4. terreur en censuur

Welk begrip past bij de bron?

1. Collectivisatie
2. Strafkamp
3. Showproces
4. Planeconomie

Welk woord hoort niet bij de bron?

1. Indoctrinatie
2. Propaganda
3. Persoonsverheerlijking
4. Collectivisatie

1. Bondgenootschappen
2. Communisme
3. Nationalisme
4. Vijandbeeld

Wie is deze man?

1. Lenin
2. Stalin
3. Mussert
4. Mussolini

Gebruik de bron.
Wie is deze man?

1. Benito Mussolini
2. Adolf Hitler
3. Joseph Stalin
4. Anton Mussert

Wie was de bedenker van het fascisme?

1. Benny Mussolini
2. Bert Mussolini
3. Benito Mussolini
4. Bernard Mussolini

welke twee leiders van totalitaire regimes zijn dit?

1. Stalin en Mussolini
2. Hitler en Lenin
3. Stalin en Hitler
4. Mussolini en Hitler

Welk begrip hoort NIET bij het fascisme?

1. verheerlijking leider
2. censuur
3. rassenleer
4. extreem nationalisme

Kenmerkend aspect

Het totalitair karakter van het (...) politiek systeem

Hieronder staan vijf gebeurtenissen die te maken hebben met Duitsland in het interbellum. Sleep deze gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger maar later.

1

2

3

4

5

De Republiek van Weimar wordt uitgeroepen

Duitsland krijgt economische steun in de vorm van het Dawesplan

Duitsland valt Polen binnen

Kristallnacht

Hitler schaft de parlementaire democratie af

Politieke stroming die past bij de partij van Hitler:

1. NSDAP
2. Gelijkschakeling
3. Nationaalsocialisme
4. Rassenleer

Bij welk antwoord staan begrippen die allemaal juist zijn als het over nazi's gaat?

1. Democratisch, rassenleer, Mussolini
2. Mussolini, Hitler, antisemitisme
3. Fascisme, antisemitisme, Hitler
4. Hitler, antisemitisme, nationaalsocialisme

Wat is GEEN kenmerk van Hitlers politieke ideeën?

1. Meer lebensraum voor Duitsers
2. Antisemitisme (jodenhaat)
3. Rassenleer
4. Fascisme

Wat gebeurde er met Hitler na de mislukte staatsgreep in 1923?

1. Hitler kreeg alleen een boete
2. Hitler moest de gevangenis in
3. Hitler werd verbannen naar Oostenrijk
4. Hitler kreeg een taakstraf

Hoe kon Adolf Hitler aan de macht komen in Duitsland in 1933?

1. Hitler pleegt een staatsgreep
2. Het Duitse volk is ontevreden en ze stemmen op Hitler

Welk begrip past het beste bij de afbeelding?

1. Antisemitisme
2. Rassenleer
3. Dictatuur
4. Gelijkschakeling

Welk kenmerk van de nationaal-socialisten past bij de afbeelding?

1. 1 partij, 1 leider
2. Rassenleer
3. Militarisme
4. Nationalisme

Welk begrip past het best bij deze foto?

1. Nationalisme
2. Propaganda
3. Rassenleer
4. Totalitair

Welk kenmerk van de nationaal-socialisten past bij de afbeelding?

1. 1 partij, 1 leider
2. Nationalisme
3. Militarisme
4. Rassenleer

Stelling: Volgens de Rassenleer van Hitler had het 'Joodse Ras' vooral blonde haren en blauwe ogen

1. WAAR
2. NIET WAAR

Hitler is democratisch gekozen.

1. Ja
2. Nee

Welk begrip hoort niet in het rijtje thuis?

dictatuur - grondwet - Machtigingswet - Hitler

1. dictatuur
2. grondwet
3. Machtigingswet
4. Hitler

Noem twee kenmerken van een totalitair regime

Fascisme en nationaalsocialisme

Exclusief nationaalsocialisme

Totalitair

Enige taak vrouw: baren!

Eén sterke leider

Ultranationalistisch

Geweld

Lebensraum

Jodenhaat

Einde