Jong & Oud H6

JONG EN OUD H6
Verzekeren

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

JONG EN OUD H6
Verzekeren

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
• Je kunt 2 verschillen tussen particuliere verzekeringen en sociale verzekeringen benoemen.
• Je kunt 2 verschillen tussen werknemersverzekeringen en volksverzekeringen benoemen.
• Je weet het verschil tussen een sociale verzekering en een sociale voorziening
• Je kunt uitleggen dat er een positief verband is tussen risico en de hoogte van de premie. (vervolg blz. 58)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Collectieve verzekeringen

Slide 5 - Tekstslide

Particuliere verzekeringen

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag!
Jullie gaan zelfstandig H6 'eigen maken' (t/m. blz. 54)
Opties:
- Samenvatting maken aan de hand van de begrippen (zie lweo.nl), het boek (zie ook mijn gearceerde boek) of de leerdoelen (blz. 58)
- Opdracht 6, 7, 8 zijn belangrijk (dus handig om deze te maken)
- 10 min. voor de les > inloggen op LessonUp en testje maken!

Slide 7 - Tekstslide

Waarin staan de rechten en plichten van de verzekerde en de verzekeraar?
A
Eigen risico
B
Polisvoorwaarden
C
Polis
D
Premie

Slide 8 - Quizvraag

Je sluit een verzekering af. Dan ben jij de ………(verzekeraar/verzekerde).
A
verzekeraar
B
verzekerde

Slide 9 - Quizvraag

Het bedrag dat de verzekeraar aan de verzekerde betaalt bij schade
A
Premie
B
Claim
C
Schadevergoeding
D
Geldsom

Slide 10 - Quizvraag

Bij schade betaalt de verzekeraar je een schadevergoeding als je verzekerd bent.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Averechtse selectie kan een verzekeraar voorkomen door:

A
Risicospreiding
B
Acceptatieplicht
C
Eigen risico
D
Premiedifferentiatie

Slide 12 - Quizvraag

Sociale verzekeringen zijn onder te verdelen in:
A
collectieve verzekeringen en particuliere verzekeringen
B
werknemersverzekeringen en risicoverzekeringen
C
volksverzekeringen en schadeverzekeringen
D
volksverzekeringen en werknemersverzekeringen

Slide 13 - Quizvraag

Wat is averechtse selectie?
A
Uit individuele premiebetaling wordt vermogen gevormd voor de financiering van uitkeringen in de toekomst.
B
De hoogte van een subsidie of bijdrage is afhankelijk van de hoogte van het inkomen.
C
Houdt in dat de mensen met een hoog risico zich wel verzekeren en de mensen met een laag risico niet.
D
De verzekeraar is verplicht iedereen die zich aanmeldt te verzekeren tegen dezelfde premie.

Slide 14 - Quizvraag

Collectieve verzekeringen zijn bedoeld om inkomensverlies op te vangen of om de kosten voor de verzekerden te vergoeden.
Welk van onderstaande verzekeringen is een collectieve verzekering?

A
opstalverzekering
B
zorgverzekering
C
reisverzekering
D
AOW

Slide 15 - Quizvraag

Een verzekeraar baseert de premie op het gemiddelde risico van verzekerden. Er zijn mensen met een veel lager risico. Zij willen geen hoge premie betalen en besluiten zich om niet meer te verzekeren. Dit heet….
A
Averechtse selectie
B
Moral hazard/moreel wangedrag

Slide 16 - Quizvraag

De verzekerde heeft meer informatie dan de verzekeraar, dit noemen we..
A
ongelijkheid
B
oneerlijk
C
symmetrische informatie
D
asymmetrische informatie

Slide 17 - Quizvraag

Als je eigen risico hoger is, is
A
De premie lager en de schadevergoeding lager
B
De premie lager en de schadevergoeding hoger
C
De premie hoger en de schadevergoeding lager
D
De premie hoger en de schadevergoeding lager

Slide 18 - Quizvraag

Thijmen heeft een verzekering afgesloten met een 'eigen risico'.
Wat is een 'eigen risico'?
A
Dat je niet weet wanneer er iets gebeurd
B
Dat je een eigen risico neemt
C
Dat deel moet je zelf betalen bij schade
D
Een deel van de schade wordt niet vergoed door de verzekeraar

Slide 19 - Quizvraag

Wie betaalt het eigen risico?
A
de verzekeraar
B
de verzekerde
C
de overheid
D
de bank

Slide 20 - Quizvraag