Kapitel 2 München VMBO B/K Stunde 9 Klasse 2

• Duits
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 2

Kapitel 2, München!

Deutsch Klasse 2

Na Klar! Kapitel 2

MSX

Donnerstag den 9. Februar

Was machen wir?

Hausaufgaben Seite 80

1. Wir sehen ein Video

2. Wir lesen 

3. An die Arbeit

Hausaufgaben korrigieren vanaf Seite 80

Video sehen

Wat: Aufgabe 5

Waar: Seite 77

Tijd: 10 min

Zelf lezen!

Wat: Aufgabe 6

Waar: Seite 78

Tijd: 10 Min.

Hoe: Alleen, in stilte

Tip: Lees eerst de vragen, begin dan met de tekst

Klaar: Maak van Seite 83: Aufgaben 1-4

An die Arbeit!

Wat: Aufgaben 1, 2, 3 und 4

Waar: Seite 83

Tijd: 10 minuten

Hulp: buurman/-vrouw naast je

Klaar: Maak online test jezelf van 2.1+2.2

Heute

-LogoTV

-Der/die/das üben

-Hausaufgaben korrigieren

-Hausaufgaben machen

Jullie gaan zelfstandig bezig met het nakijken van de opdrachten. Heb je vragen, dan ga je deze aan mij stellen. 

Ben je hiermee klaar? Volg de volledige les. Vul alle antwoorden duidelijk in!

Dienstag den 14. Februar

Die Planung:

1. Wir lesen über Bayern München

2. An die Arbeit!

3. Wiederholen van der-die-das

Zusammen lesen!

Wat: Aufgabe 6

Waar: Seite 78

Tijd: 10 Minuten

Klaar? Dan aan het werk

An die Arbeit!

Wat: 1, 2, 3, 4 und 5

Waar: Seite 83

Tijd: 10 Minuten

Klaar: Een ander vak

Aan het einde oefenen we nog in LessonUp

de lidwoorden

der = deze woorden zijn mannelijk       --> der Mann

die = deze woorden zijn vrouwelijk      --> die Frau

das = deze woorden zijn onzijdig          --> das Kind

Regels

mannelijk:

Alle woorden die biologisch mannelijk zijn. (der Mann,  der Stier,  der Opa)

vrouwelijk: 

Alle woorden die biologisch vrouwelijk zijn. (die Frau, die Kuh, die Oma)

Veel woorden die eindigen op een e (die Rose, die Lampe)

onzijdig:

De meeste woorden waarvan het lidwoord in het Nederlands "het" is. (das Schaf,  das Kind)

meervoud:

Bij meervoud is het lidwoord altijd die (vrouwelijk). (die Männer, die Frauen, die Schafe)

___ Hotel.

1. der
2. die
3. das
4. die (mv)

___ deutsche Sängerin.

1. der
2. die
3. das
4. die (mv)

___ Suppe.

1. der
2. die
3. das
4. die (mv)

___ deutsche Rapper.

1. der
2. die
3. das
4. die (mv)

___ Kinder.

1. der
2. die
3. das
4. die (mv)

___ Oma.

1. der
2. die
3. das
4. die (mv)

___ Pokemons.

1. der
2. die
3. das
4. die (mv)

___ Stier.

1. der
2. die
3. das
4. die (mv)

___ Mädchen.

1. der
2. die
3. das
4. die (mv)

___ Hausaufgaben.

1. der
2. die
3. das
4. die (mv)

An die Arbeit!

Ga aan het werk met opgave 9,10,11,12 van Lektion 4, Kapitel 2.

Eerste 10 minuten in stilte, daarna mag je rustig overleggen.

Muziek luisteren= prima. 

Ben je klaar? Steek dan je hand omhoog, ik kom controleren! Ga daarna verder met de woordtrainer van de licentie. Ben je daarmee klaar? Maak dan test jezelf, Lektion 1,2,3,4

Ben je zelfs daarmee klaar? Dan ga je alvast woordjes oefenen van de volgende paragraaf.

Niet af? = Huiswerk!