Les 1

Een ei hoort erbij
Ik kan woorden met de korte ei en lange ij schrijven.

Ik kan woorden met de au en de ou schrijven.
1 / 6
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingSpeciaal OnderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 6 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Een ei hoort erbij
Ik kan woorden met de korte ei en lange ij schrijven.

Ik kan woorden met de au en de ou schrijven.

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?
Of je een woord met de ei, ij, au of ou schrijft leer je uit je hoofd.

Hulpmiddelen zijn het ei-web en het au-web
Deze staan achterin je werkboek.

Vandaag richten we ons op de lange ij en korte ei.

Slide 2 - Tekstslide

Lange ij of korte ei?
Luister naar de woorden die de meester opnoemt.
Hoe schrijf je ze?

Slide 3 - Tekstslide

Dictee
1. Luister goed naar de meester.
2. Denk goed na hoe je het woord schrijft.
3. Schrijf het woord op.
4. Controleer of je het goed geschreven hebt.

Slide 4 - Tekstslide

Nakijken
1. Geheimzinnig
5. Betrouwbaar
2. Verhouding
6. Nauwelijks
3. Aanwijzing
7. Waarschijnlijk
4. Restaurant
8. Weiger

Slide 5 - Tekstslide

Aan de slag
Wie alles goed heeft, begint morgen bij **

Wie één of meer fouten heeft, begint morgen bij *

Slide 6 - Tekstslide