In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Toets nog inhalen? Maak een afspraak
Toets herkansen? 1 toets dus kies wijs!
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Je gaat naar de kapper. Je betaalt contact.
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil
Slide 8 - Quizvraag
Je veegt het lokaal van de docent. Je mag daardoor een keer mee met de lift.
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil
Slide 9 - Quizvraag
In de aula koop je een broodje gezond voor 2 euro.
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Je pint geld bij een pinautomaat.
A
Je saldo stijgt
B
Je saldo daalt
Slide 12 - Quizvraag
Je zet geld op de bankrekening.
A
Je saldo stijgt
B
Je saldo daalt
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Je hebt € 10 op je bankrekening staan. Je krijgt € 35 van je oma. Zij maakt dat over naar je bankrekening. Je betaalt met je pinpas € 10 voor een cadeautje.
Wat is nu het saldo van je bankrekening?
Slide 15 - Open vraag
Je hebt € 12,50 op je bankrekening staan. Je ouders maken € 25 zakgeld aan je over. En je neemt € 20 op.
Wat is nu je saldo?
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Chartaal geld is tastbaar.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
timer
15:00
Maken:
Blz. 38 t/m 41 opdracht 1 t/m 12
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Sofian rekent bij de kassa af met zijn mobiel. Hier is sprake van...
A
Chartaal geld
B
Giraal geld
Slide 24 - Quizvraag
Wat voor soort ruil zie je hiernaast?
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil
C
Girale ruil
D
Chartale ruil
Slide 25 - Quizvraag
Is dit een voorbeeld van directe of indirecte ruil