In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
2.2 -Botten bewegen
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Je leert hoe botten aan elkaar zitten
Je leert hoe een gewricht werkt
Je leert welke soorten gewrichten er zijn
Slide 3 - Tekstslide
in stilte werken (10 min)
Nakijken 2.2
opdracht 1 t/m 8
Klaar?
Maken 'Samenvatten' op blz. 122 en 123
Nakijken
timer
10:00
Slide 4 - Tekstslide
Botverbinding
1. Vergroeiing
2.Naadverbinding
3. Kraakbeenverbinding
4 Gewricht
1
2
4
3
Het lijkt alsof je één bot ziet, maar in werkelijkheid zijn het meerdere botten. De afzonderlijke botten kunnen niet bewegen ten opzichte van elkaar. Een voorbeeld hiervan is het heiligbeen. Dit zijn eigenlijk 5 wervels die aan elkaar zijn vergroeid tot een bot.
De botten zitten aan elkaar vast. Tussen de botten zie je een naad. De botten kunnen niet bewegen. In de schedel zijn meerdere botten aan elkaar gegroeid maar blijf je de naden zien. Het blijven dus afzonderlijke botten.
Tussen de botten zit een laagje kraakbeen. Er kan beweging plaatsvinden tussen de botten. Denk aan het borstbeen en de ribben.
Tussen de botten zit een verbinding die voor een goede beweging zorgt. Een bekend gewricht is het kniegewricht. Er zijn verschillende soorten gewrichten. In de leertaak 'gewricht' komt dit verder aan bod.
Fontatellen (wit)
Wat is het nut van het hebben van fontanellen bij pasgeboren baby's? (meerdere antwoorden mogelijk)
Bij de ontwikkeling groeien de hersenen enorm snel. Door de fontanellen kan de schedel snel en goed meegroeien.
De schedeldelen kunnen dan nog bewegen waardoor het hoofdje wat kan krimpen. Handig bij de geboorte.
Slide 5 - Tekstslide
Hoe werkt een gewricht?
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
kijkvraag
Welke 3 soorten gewrichten zie je in de filmpjes?
Schrijf ze onder elkaar op. Ernaast schrijf je waar in het lichaam.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Video
welke soorten gewrichten heb je?
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
eivormig gewricht
- vingerkootjes - middenhandsbeentjes
- ovaal, ei-vorming
- lijkt op kogel, maar kan niet helemaal rond
Slide 13 - Tekstslide
fluisterend werken (10 min)
Afmaken opdracht 9 en 10
Nakijken 2.2
Klaar?
Maken 'Samenvatten' op blz. 122 en 123
Nakijken
timer
10:00
Slide 14 - Tekstslide
Huiswerk
- 2.2 lezen blz. 41 'Welke gewrichten heb je?'
- 2.2 - opdrachten 10 en 11
Klaar?
Op It's => oefen kniegewricht
=> oefen beenverbindingen
Slide 15 - Tekstslide
Welke 4 soorten verbindingen heb je in je skelet?
Slide 16 - Open vraag
Hoe heten de verbindingen die ervoor zorgen dat je botten kunnen bewegen?
A
gewrichten
B
Kraakbeen
C
Vergroeiing
D
Naadverbinding
Slide 17 - Quizvraag
Houdt de botten bij elkaar en maakt gewrichtssmeer
Geeft extra versteviging
Dit draait in de gewrichtskom
Voorkomt dat botten slijten.
Hierin draait de gewrichtsknobbel
Gewrichtsknobbel
Gewrichtskapsel
gewrichtsbanden
gewrichtssmeer
kraakbeen
Gewrichtskom
Slide 18 - Sleepvraag
Het ellebooggewricht. Wie heeft gelijk en waarom?
1. Thomas zegt dat dit uit een rol- en een kogelgewricht bestaat. 2. Jari zegt dat het uit een rol- en een scharniergewricht bestaat.