Met hulpwerkwoorden is het makkelijk om een vraag te maken, je doet dat net als in het Nederlands: je zet het hww vooraan en je hebt je vraag. could,would,should,must,may,might,will,shall,have,Be-> am,is,are,was,were
vb They are going to Spain. -> Are they going to Spain?
He will help you with your homework-> Will he help you with your homework? Denk eraan dat onze grammar over NEGATIVE questions gaat dus je moet het hww ook nog ontkennend maken DUS Are wordt aren't en will wordt won't