DER DIE DAS Basis (K)EIN(E)

1 / 47
volgende
Slide 1: Video
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Leerdoel

Je kent de (on)bepaalde lidwoorden en kunt deze toepassen. 

Slide 2 - Tekstslide

De woorden DE, HET en EEN zijn:
A
lidwoorden
B
zelfstandige naamwoorden
C
werkwoorden
D
eigennamen

Slide 3 - Quizvraag

Geslacht

der = mannelijk (m)

die = vrouwelijk (v)

das = onzijdig (o)

die = meervoud (mv)

Slide 4 - Tekstslide

Welke lidwoorden hebben we in het Duits?

Slide 5 - Open vraag

der (m)


mannelijke personen

mannelijke dieren

mannelijke beroepen

maanden

dagen


Slide 6 - Tekstslide

... Kater
A
der
B
die
C
das

Slide 7 - Quizvraag

... Januar
A
der
B
die
C
das

Slide 8 - Quizvraag

die (v)


vrouwelijke personen

vrouwelijke dieren

vrouwelijke beroepen

woorden eindigend op:

-ung

-heit, - keit

-ion


Slide 9 - Tekstslide

Freundin
A
der
B
die
C
das

Slide 10 - Quizvraag

das (o)


veel 'het'-woorden in het Nederlands


verkleinwoorden (-chen)

die (mv)


woorden in het meervoud

Slide 11 - Tekstslide


... Restaurant
A
der
B
die
C
das
D
die - meervoud

Slide 12 - Quizvraag


... Eltern
A
der
B
die
C
das
D
die - meervoud

Slide 13 - Quizvraag

Oftewel: geslacht zelfst. nw.

der = mannelijk (m)

die = vrouwelijk (v)

das = onzijdig (o)

die = meervoud (mv)

Slide 14 - Tekstslide

voor mannelijke woorden gebruik je
voor vrouwelijke woorden gebruik je
voor onzijdige woorden gebruik je
voor meervoud gebruik je
das
der
die
die

Slide 15 - Sleepvraag

der
der
das
das
die
der
die
das

Slide 16 - Sleepvraag

die Lehrerin
A
der
B
die
C
das

Slide 17 - Quizvraag

... September
A
der
B
die
C
das

Slide 18 - Quizvraag

Klasse
A
der
B
die
C
das

Slide 19 - Quizvraag

... Übung
A
der
B
die
C
das

Slide 20 - Quizvraag

... Dienstag
A
der
B
die
C
das

Slide 21 - Quizvraag

mannelijk [m]
onzijdig [o]
meervoud [mv]
vrouwelijk [v]
der
die
das
die

Slide 22 - Sleepvraag

Voor welke woorden komt het lidwoord 'die'?

Slide 23 - Open vraag

Welke woorden krijgen het lidwoord 'der'

Slide 24 - Open vraag

Welke Duitse (bepaalde) lidwoorden ken je?

Slide 25 - Open vraag

Mädchen
A
der
B
die
C
das

Slide 26 - Quizvraag

der, die oder das?

Tier
A
der
B
die
C
das

Slide 27 - Quizvraag

der, die oder das?

Stier
A
der
B
die
C
das

Slide 28 - Quizvraag

der, die oder das?

Theater
A
der
B
die
C
das

Slide 29 - Quizvraag

der, die oder das?

Brille
A
der
B
die
C
das

Slide 30 - Quizvraag

der, die oder das?

Banane
A
der
B
die
C
das

Slide 31 - Quizvraag

Leerdoel

Je kent de (on)bepaalde lidwoorden en kunt deze toepassen. 

Slide 32 - Tekstslide

Geslacht

ein = mannelijk (m)

eine = vrouwelijk (v)

ein = onzijdig (o)

meervoud van ein bestaat niet - ook niet in het Nederlands.

We gebruiken het woordje kein = geen om te kijken wat er verandert als dat in het meervoud wordt gezet. 

Dat wordt dan keine = meervoud (mv)

Slide 33 - Tekstslide

Onbepaalde lidwoorden:

Mannelijk: ein
Vrouwelijk: eine
Onzijdig: ein
Meervoud: keine 

Slide 34 - Tekstslide

Weten jullie het nog? Verbind de juiste ONbepaalde lidwoorden met het geslacht
ein

keine

ein

eine

Mannelijke woorden
Vrouwelijke woorden
Onzijdige woorden
Meervoud

Slide 35 - Sleepvraag

Wat is het onbepaalde lidwoord?
die Kuh
A
ein
B
eine

Slide 36 - Quizvraag

Wat is het onbepaalde lidwoord?
das Buch
A
ein
B
eine

Slide 37 - Quizvraag

Wat is het onbepaalde lidwoord?
der Bruder
A
ein
B
eine

Slide 38 - Quizvraag

Wat is het onbepaalde lidwoord?
die Menschen
A
ein
B
eine
C
keine

Slide 39 - Quizvraag

Wat is het onbepaalde lidwoord?
Der Vogel
A
ein
B
eine

Slide 40 - Quizvraag

Wat is het onbepaalde lidwoord?
Die geschichte
A
ein
B
eine

Slide 41 - Quizvraag

_____ Freundin
welk onbepaald lidwoord past?

Slide 42 - Open vraag

der Junge
welk onbepaald lidwoord past?

Slide 43 - Open vraag

Nogmaals: Verbind de juiste bepaalde lidwoorden met het geslacht
der

die

das

die

Mannelijke woorden
Vrouwelijke woorden
Onzijdige woorden
Meervoud

Slide 44 - Sleepvraag

Nogmaals: Verbind de juiste ONbepaalde lidwoorden met het geslacht
ein

keine

ein

eine

Mannelijke woorden
Vrouwelijke woorden
Onzijdige woorden
Meervoud

Slide 45 - Sleepvraag

Evaluatie
Wat ging deze les ( minder) goed?

Slide 46 - Open vraag

Auf Wiedersehen!

Slide 47 - Tekstslide