klas 2kt uitgangen ein en kein

Dienstag, den 21. April 2020
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Dienstag, den 21. April 2020

Slide 1 - Tekstslide

Lernziele
De uitgangen van ein en kein
Je kunt het onbepaald lidwoord ein en het woord kein gebruiken

Slide 2 - Tekstslide

Onbepaald lidwoord

Slide 3 - Tekstslide

onbepaald lidwoord
  • gebruik je alleen: ein of eine

ein  gebruik je bij mannelijke en onzijdige woorden 
eine gebruik je vrouwelijke woorden
Keine gebruik je bij het meervoud

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer weet je of iets mannelijk is?
Biologische regel

Wanneer weet je of iets vrouwelijk is? Woorden die eindigen op heit-schaft-keit-ei-ung en eindigen op E

Wanneer weet je of iets onzijdig is? Wanneer je meestal in het Nederlands het voor kunt zetten

Slide 5 - Tekstslide

Duits:

Woorden die eindigen op ‘heit, keit schaft, ung’ zoals bijvoorbeeld : Umgebung, Prüfung etc zijn:
A
Vrouwelijk
B
Mannelijk
C
Onzijdig
D
Meervoud

Slide 6 - Quizvraag

In het Duits krijg je bij een vrouwelijk woord het lidwoord
A
der
B
das
C
die
D
des

Slide 7 - Quizvraag

der, die oder das?

Katze
A
der
B
die
C
das

Slide 8 - Quizvraag

der, die oder das?

Tier
A
der
B
die
C
das

Slide 9 - Quizvraag

der, die oder das?

Stier
A
der
B
die
C
das

Slide 10 - Quizvraag

der, die oder das?

Tier
A
der
B
die
C
das

Slide 11 - Quizvraag

der, die oder das?

Eltern
A
der
B
die
C
das

Slide 12 - Quizvraag

Was hasst du gelernt?

Mannelijk = de biologische regel

Vrouwelijk = bijna alle woorden die eindigen op E + alle woorden die eindigen op heit-schaft-keit-ei-ung

Onzijdig = bijna alle woorden waar je in het Nederlands het voor kunt zetten

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk voor morgen:

Maken digitaal, opdr 26 en 27

Slide 14 - Tekstslide

Bis Morgen

Slide 15 - Tekstslide