Maak opdrachten 1 t/m 3 van 'Vaardig met vaardigheden'
Gebruik hierbij de atlas.
Blz. 24 WB
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Kaartlezen oefenen
Kaartlezen: Alle informatie uit een kaart halen:
stap 1: lees de titel
stap 2: bekijk de legenda (als die er is)
stap 3: kijk naar de schaal
stap 4: kijk naar de noordpijl
stap 5: scan de kaart
Kaartanalyse: Verbanden/relaties en patronen herkennen. Binnen een kaart of tussen twee kaarten. Voordat je een patroon kan zien, moet je eerst de kaart goed lezen.
1
Ga naar blz. 86 in de atlas. bekijk kaart D 'werkende vrouwen'. Wat betekent de donkerrode kleur?
2
Ga naar blz. 140. Kijk in vak J8. Wat is het verschil tussen Mumbai en Hubli?
3
Bekijk blz. 75 kaart B 'europa in 1989' en op blz. 87 kaart B 'sterkte economie. Leg uit waarom deze kaarten veel met elkaar te maken hebbem.
Slide 12 - Tekstslide
De Grote Bosatlas
Hulpmiddelen:
1. Bladwijzers
2. Inhoud
3. Register
4. Trefwoordenregister
5. Landenregister
6. Lijst met afkortingen
7. Legenda
Slide 13 - Tekstslide
Wat en wanneer?
Slide 14 - Tekstslide
Oefenen
1. Jullie krijgen steeds één opzoekvraag.
2. Schrijf het correcte antwoord in je schrift.
3. Voor elk correct antwoord krijg je één punt.
4. Per vraag krijgen jullie 2 minuten de tijd.
5. Als je het antwoord hebt steek je je hand in de lucht.
1
Wat is de hoofdstad van Libië?
2
In welk land ligt de stad ‘Adelaide’?
3
Wat betekent de afkorting ‘Gr.’ ?
4
Hoeveel inwoners heeft Zwolle ongeveer?
5
Wat is de hoofdstad van Vietnam?
6
Wat is de ‘Donau’ ?
7
Welk Europees land heeft de meeste bevolkingsgroei in de periode 1994-2010 meegemaaakt?
Slide 15 - Tekstslide
Leerdoelen
Beantwoord de leerdoelen:
1. Geef een beschrijving van de bovenloop, middenloop en benedenloop met min. 15 woorden, max. 30 woorden.