H1 § 1.1 t/m 1.3. Landschappen

programma
  • huiswerk nakijken
  • herhaling uitleg 1.1 t/m 1.3
  • quiz
  • zelf werken 
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

programma
  • huiswerk nakijken
  • herhaling uitleg 1.1 t/m 1.3
  • quiz
  • zelf werken 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Wat is de goede volgorde van sedimentatie?
A
Rots - grind - klei - zand
B
Rots - grind - zand - klei
C
Grind - rots - zand - klei
D
Rots - zand - grind - klei

Slide 23 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord.
De kaart laat het reliëf van de berg Fuji in Japan zien.
De kaart laat het reliëf van de berg Fuji in Japan zien. Tussen de hoogtelijnen zit een hoogteverschil van _____________ meter.
A
100
B
500
C
1.000

Slide 24 - Quizvraag

1: In de benedenloop heb je veel erosie.
2: Het neerleggen van verweringsmateriaal noem je sedimentatie.
A
1 is onjuist, 2 is juist.
B
1 is juist, 2 is onjuist.
C
Beide zijn juist.
D
Beide zijn onjuist.

Slide 25 - Quizvraag

Plantenwortels zorgen voor
A
Verwering
B
Verwering door dikker te worden
C
Verwering en erosie
D
Erosie

Slide 26 - Quizvraag


Oud gebergte herken je aan de bossen en ronde vormen. Dit komt o.a. door..
A
verwering
B
sedimentatie
C
puinwaaiers
D
erosie

Slide 27 - Quizvraag

Sedimentatie komt vooral voor in de .....?
A
Benedenloop
B
Bovenloop

Slide 28 - Quizvraag

De Alpen is een ....
A
Middelgebergte
B
Laagland
C
hoogvlakte
D
Hooggebergte

Slide 29 - Quizvraag

Sedimentatie is ...
A
het samenpersen van zand en klei tot gesteente.
B
het verbrokkelen van gesteente.
C
het uitschuren van gesteente.
D
het achterblijven van grind, zand en klei.

Slide 30 - Quizvraag

Op de foto zie ik een......
A
natuurlandschap
B
ingericht landschap

Slide 31 - Quizvraag

Is dit een ingericht landschap?
A
Ja
B
Nee

Slide 32 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.
Je ziet een hiker door een landschap lopen. Wandelt deze man in een ingericht landschap of in een natuurlandschap?
A
In een ingericht landschap
B
In een natuurlandschap

Slide 33 - Quizvraag

Een rivier kent een bovenloop, middenloop en benedenloop. Alle rivieren in Nederland hebben hier de...
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Verschillend

Slide 34 - Quizvraag

In de middenloop van de rivier stroomt de rivier sneller dan in de bovenloop van de rivier.
A
goed
B
fout

Slide 35 - Quizvraag

Door Nederland lopen de rivieren de Rijn en de Maas. In welk deel van de rivier ligt Nederland?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop

Slide 36 - Quizvraag

Wat gebeurt er door de activiteiten door mensen?
A
Het natuurlandschap veranderd in een ingericht landschap
B
Het ingericht landschap veranderd in een natuurlandschap.

Slide 37 - Quizvraag

Waar worden de zwaarste stenen neergelegd in de rivierloop?
A
bovenloop
B
middenloop
C
benedenloop

Slide 38 - Quizvraag

Waar?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop

Slide 39 - Quizvraag

Waar is de stroomsnelheid van de rivier het hoogst?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop

Slide 40 - Quizvraag


A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop

Slide 41 - Quizvraag

Hoe noemen we een gebied dat tussen de 0 en 200 m ligt?
A
heuvelland
B
laagland
C
middelgebergte
D
hooggebergte

Slide 42 - Quizvraag

Zet de reliëfvormen van hoog naar laag
A
Hooggebergte,middelgebergte, heuvelland, laagland
B
Hooggebergte, heuvelland,middelgebergte, laagland
C
Hoogland, middelgebergte, heuvelland, laagland
D
Hooggebergte, middelgebergte, heuvelgebergte, laagland

Slide 43 - Quizvraag

Welke categorie in hoogteligging hoort bij 500-1500 meter?
A
Laagland
B
Heuvelland
C
Middelgebergte
D
Hooggebergte

Slide 44 - Quizvraag

Een gebied dat tussen de 200 en 500 meter ligt is een:
A
Laagland
B
Middelgebergte
C
Hooggebergte
D
Heuvelland

Slide 45 - Quizvraag

Welke reliëf vormen heeft Nederland?
A
heuvelland en laagland
B
middelgebergte, heuvelland en laagland
C
alleen laagland
D
heuvelland en middelgebergte

Slide 46 - Quizvraag

Wat is reliëf?
A
Verschillende gletsjers
B
Stroomsnelheden van de rivier
C
Hoogteverschillen in het landschap
D
Afschuren van gesteenten

Slide 47 - Quizvraag

zelf werken
  • markeer alle begrippen van 1.1 t/m 1.3 in de begrippenlijst op blz. 27 in je leerboek. 
  •  bedenk per paragraaf 2 vragen met antwoorden voor de kahoot. (dus in totaal 6 vragen). 
  • klaar? begrippen leren. 

Slide 48 - Tekstslide