2e les ziek

KNM  16 november
Welkom allemaal en fijn dat jullie er weer zijn.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

KNM  16 november
Welkom allemaal en fijn dat jullie er weer zijn.

Slide 1 - Tekstslide

Les 12: gezondheid

Slide 2 - Tekstslide

Kennismaken met een balletje

Slide 3 - Tekstslide

Wat zien we hier?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les
- weet je wat een ongeluk is en kun je 1 woord noemen dat erbij hoort
- weet je wat een ziekenhuis is en kun je 2 woorden noemen die erbij horen
- kun je twee medische beroepen noemen
- weet je wat een recept is en waar je medicijnen kunt halen

Slide 6 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
Maak de opdracht in duo's

Slide 7 - Tekstslide

Wat zie je hier?
A
De ambulance
B
De politieauto
C
De brandweerwagen
D
De Tesla

Slide 8 - Quizvraag

Wat is dit
A
De pil
B
De prik
C
De zalf
D
De thermometer

Slide 9 - Quizvraag

Wat heeft de vrouw?
A
Misselijk
B
Verkouden
C
Griep
D
Een gebroken been

Slide 10 - Quizvraag

Wat zien we hier?
A
Het gebroken oor
B
De gebroken arm
C
Het gebroken hoofd
D
Het gebroken been

Slide 11 - Quizvraag

Waar haal je medicijnen?
A
Bij de apotheek
B
Bij de huisarts
C
Bij de specialist
D
Bij de tandarts

Slide 12 - Quizvraag

Wat is dit?

Slide 13 - Tekstslide

Ga naar oef 3 blz 124
Nieuwe woorden: zoek de betekenis van de woorden op

Slide 14 - Tekstslide

Het ongeluk
KIJK MEE MET DE AMBULANCE DIENST! - TOPDOKS - Bing video
https://www.youtube.com/watch?v=IFrNd6z99-4

Slide 15 - Tekstslide

Spoedeisende hulp = als iemand snel geholpen moet worden
Polikliniek:
je slaapt niet in het ziekenhuis

Slide 16 - Tekstslide

De fysiotherapeut
De tandarts

Slide 17 - Tekstslide

De apotheek

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Het recept
De dokter schrijft medicijnen voor
Deze haal je bij de apotheek

Slide 20 - Tekstslide

Waar kun je medicijnen zonder recept, (bv paracetamol) kopen?
A
Bij de supermarkt
B
Bij de drogist
C
Bij de apotheek
D
kan allemaal

Slide 21 - Quizvraag

Energizer
Stilte oefening
3 minuten stil. Tel in je hoofd.
Wie zit het dichtst bij. Na 3 minuten telt niet.

Slide 22 - Tekstslide

Maak een woordparaplu
Klaar? Help een ander groepje of probeer zinnen te maken bij de woorden

Slide 23 - Tekstslide

Wat weet je nu?
Terug naar de lesdoelen

Volgende week: De zorgverzekering
Neem je zorgpolis en zorgpasje mee!

Slide 24 - Tekstslide