Ambiguïteit - ontdekken

Ambiguïteit
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ambiguïteit

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaat er mis op het plaatje van Fokke en Sukke?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Video

Ambiguïteit
Ambigue = dubbelzinnig 
(op meerdere manieren op te vatten door bijvoorbeeld):
1) gebruik van homoniem (woord met meerdere betekenissen)
2) woordgroep met meerdere betekenissen
3) redekundig ontleden
4) onduidelijke verwijzing

Slide 5 - Tekstslide

1. homoniem (woord met meerdere betekenissen)
De taxichauffeur zette zijn klanten af.

Hier kan afzetten betekenen 'afleveren', maar ook 'te veel laten betalen'.

=> ander voorbeeld op volgende slide.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

2. woordgroep met meerdere betekenissen

Het schilderij van oom Karel is gestolen.


  • Oom Karel is de eigenaar.
  • Oom Karel is op het schilderij afgebeeld.
  • Oom Karel  heeft het schilderij gemaakt.

=> ander voorbeeld op volgende slide.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

3. Ontleden (op verschillende manieren ontleden met verschillende betekenissen)
Ferdinand groette de man met de pet.

Twee mogelijkheden:
De man met de pet= lijdend voorwerp
anders gezegd: De man met de pet wordt gegroet door Ferdinand.

De man= lijdend voorwerp
met de pet= bijwoordelijke bepaling
Anders gezegd: Met de pet groette Ferdinand de man.

Slide 10 - Tekstslide

Wie laat wie niet in de kou staan?

Slide 11 - Tekstslide


De man sloeg de hond met de stok.


Hoort nog steeds bij '3. Ontleden (op verschillende manieren ontleden met verschillende betekenissen)'

Slide 12 - Tekstslide

Hoort nog steeds bij '3. Ontleden (op verschillende manieren ontleden met verschillende betekenissen)'

Slide 13 - Tekstslide

Waarom is de kop uit de vorige slide dubbelzinnig?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Op welke manieren kun je deze kop (vorige slide) interpreteren/uitleggen?

Slide 16 - Open vraag

Nog enkele voorbeelden

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Aan het werk 
Zie de volgende dia's

Slide 21 - Tekstslide

1. Buschauffeur zat
achter het stuur

Slide 22 - Open vraag

2. Sla op bruinbrood voor betere conditie

Slide 23 - Open vraag

3. Brand door kaars geblust

Slide 24 - Open vraag

4. Papieren taxi’s niet in orde

Slide 25 - Open vraag

6. Vliegen met hartafwijking niet gevaarlijk

Slide 26 - Open vraag

7. Nederlanders gek op gefrituurde Chinees

Slide 27 - Open vraag

8. Burgemeester Kerkrade
wordt geen vrouw

Slide 28 - Open vraag

9. Koren zingen voor
dove kinderen in Tanzania

Slide 29 - Open vraag

Om het af te leren

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide