221118_A3B_ambiguïteit

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Goedemorgen A3B!

• telefoon in je tas
• spullen op tafel
• 5 minuten lezen

Planning

• Ambiguïteit: uitleg en voorbeelden
• Zelf werken.
• Afsluiten: volgende week.

Ambiguïteit

Ambiguïteit

Ambigue = dubbelzinnig 

(op meerdere manieren op te vatten door bijvoorbeeld):

1) gebruik van homoniem (woord met meerdere betekenissen)

2) woordgroep met meerdere betekenissen

3) redekundig ontleden

4) onduidelijke verwijzing

1. homoniem (woord met meerdere betekenissen)

De taxichauffeur zette zijn klanten af.

Hier kan afzetten betekenen 'afleveren', maar ook 'te veel laten betalen'.

=> ander voorbeeld op volgende slide.

2. woordgroep met meerdere betekenissen

Het schilderij van oom Karel is gestolen.

• Oom Karel is de eigenaar.
• Oom Karel is op het schilderij afgebeeld.
• Oom Karel  heeft het schilderij gemaakt.

=> ander voorbeeld op volgende slide.

3. Ontleden (op verschillende manieren ontleden met verschillende betekenissen)

Ferdinand groette de man met de pet.

Twee mogelijkheden:

Welke?

Wie laat wie niet in de kou staan?

Aan het werk

Wat

Opdracht 3 en 4, blz. 188.

Hoe lang

10 minuten

Vragen?

Steek je hand op, ik kom naar je toe.

Ben je klaar?

Ga dan lezen.

Volgende week

• Samentrekkingen H1. 
• Herhaling grammatica voor de SO.

SO week 47: 25 november

> grammatica De Brug:

-pv, ow, ng, wg, lv, mv, bwb

-hoofdzinnen en bijzinnen

> grammatica zinsdelen H1 en H6