Grammatica onderwerp
1 / 13
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
De persoonsvorm is altijd ...
A
een persoon
B
een dier of ding
C
een werkwoord
D
een lidwoord
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm?
Ik ga rijden.
Ik ga rijden.
A
Ik
B
Ga
C
Rijden
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm?
Arnoud heeft een voetbal.
Arnoud heeft een voetbal.
A
Arnoud
B
Heeft
C
Een voetbal
Slide 7 - Quizvraag
persoonsvorm?
Wie vliegt er naar de maan?
Wie vliegt er naar de maan?
A
wie
B
maan
C
vliegt
D
de maan
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Wat is het onderwerp?
Mevrouw Van Til legt het onderwerp uit.
Mevrouw Van Til legt het onderwerp uit.
A
Mevrouw Van Til
B
legt
C
het onderwerp
D
uit
Slide 10 - Quizvraag
Wat is hier het onderwerp?
A
speelt
B
Egzon
C
voetbal
D
.
Slide 11 - Quizvraag
Ik kan nu het onderwerp vinden.
A
nee
B
ja
