In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Startopdracht --> Zs
Maak de introductie vragen
1 t/m 6 op bladzijde 182/183
Na 5 minuten mag je zachtjes
overleggen met je buurman
of buurvrouw.
Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
Ga zitten op je stoel
Je jas hang je over je stoel
Pak je chromebook, boek, schrift + pen
Log in in LessonUp.
timer
8:00
Slide 2 - Tekstslide
Programma
Start thema 11 Zintuigen
Leerdoelen
Uitleg basisstof 1 --> Het zintuigenstelsel
Afsluiting --> leerdoelen checken
Slide 3 - Tekstslide
Zintuigen
11.1 Het zintuigenstelsel 11.2 Tien zintuigen van de mens 11.3 De ogen 11.4 De iris en de ooglens 11.5 Het netvlies 11.6 De oren
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen 11.1
Je kunt de werking van zintuigen beschrijven
Slide 5 - Tekstslide
Prikkels
Prikkels: Alle veranderingen in je omgeving waar je op kan reageren.
- Inwendige prikkels
- Uitwendige prikkels
Adequate prikkel --> een zintuig reageert maar op 1 soort prikkel. Licht is bijvoorbeeld de adequate prikkel voor de lichtzintuigen in je ogen.
Hormonale invloeden
Slide 6 - Tekstslide
Welke zintuigen ken je?
Slide 7 - Woordweb
adequate prikkel
(Trillingen van lucht)
Slide 8 - Tekstslide
Adequate prikkels
Slide 9 - Tekstslide
Zintuigen reageren op prikkels uit jouw omgeving waardoor jij kunt waarnemen.
Een voorbeeld:
Ik vind vers brood lekker ruiken.
Zintuig = Reukcellen in de neus
Prikkel = De geur van het brood
Slide 10 - Tekstslide
Ziet iedereen hetzelfde?
Om te kunnen waarnemen heb je niet alleen zintuigen zoals je ogen nodig, maar ook je hersenen.
Niet iedereen neemt op de zelfde manier waar! Kijk maar naar de volgende afbeeldingen.
Slide 11 - Tekstslide
Kijk naar de afbeelding hiernaast. Wat zie jij?
Slide 12 - Open vraag
Zie jij op de afbeelding een jonge of een oude man?
Slide 13 - Open vraag
Wat zie jij hier?
Slide 14 - Open vraag
Welke rode stip is groter?
Slide 15 - Open vraag
Hoe verwerkt je lichaam prikkels?
De prikkel wordt opgevangen door een zintuig. Die zet de prikkel om in impulsen. De impulsen gaan via de zenuwen naar je hersenen (bewustwording in de hersenen). Dan gaan impulsen via je zenuwen naar je spieren/klieren --> reactie