5.1 Fenotype en genotype

Doel van deze les
  • 1 Je kunt benoemen dat alle cellen van je lichaam dezelfde erfelijke informatie bevatten.
  • 2 Je kunt omschrijven wat het genotype en het fenotype zijn.


Je lichaam is opgebouwd uit cellen. Alle cellen hebben een celkern met daarin de informatie voor je erfelijke eigenschappen. Die informatie heb je gekregen van je ouders.

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Doel van deze les
  • 1 Je kunt benoemen dat alle cellen van je lichaam dezelfde erfelijke informatie bevatten.
  • 2 Je kunt omschrijven wat het genotype en het fenotype zijn.


Je lichaam is opgebouwd uit cellen. Alle cellen hebben een celkern met daarin de informatie voor je erfelijke eigenschappen. Die informatie heb je gekregen van je ouders.

Slide 1 - Tekstslide

basisstof 1 Genotype en fenotype

en
5.1

Slide 2 - Tekstslide

DNA
  • Je lichaam bestaat uit lichaamscellen
  • In elk van je lichaamscellen zit een celkern 
  • In de celkern zitten lange dunne draden: Chromosomen

Slide 3 - Tekstslide

Chromosomen
  • Chromosomen bestaan vooral uit DNA
  • DNA is de blauwdruk voor je uiterlijk: het bevat de informatie voor je erfelijke eigenschappen. 
  • Hier staat in wat voor oogkleur, huidskleur, haarkleur je hebt

Slide 4 - Tekstslide

Chromosomen
  • Als we de wirwar uit elkaar halen, houden we 46 chromosomen over
  • twee aan twee zijn ze gelijk:
  • Er zijn dus 23 paren (23x2)

Slide 5 - Tekstslide

Celdeling
Al je lichaamscellen zijn ontstaan uit één enkele, bevruchte eicel. Door celdeling ontstaan nieuwe cellen uit de bevruchte eicel. Bij elke celdeling worden de chromosomen gekopieerd. Elke dochtercel krijgt een complete set chromosomen. Daardoor bevat elke celkern van elke lichaamscel dezelfde erfelijke informatie. Deze informatie erf je van je ouders (de helft van je moeder, de helft van je vader).

Slide 6 - Tekstslide

Genen
  • Een mens heeft duizenden erfelijke eigenschappen
  • Een Gen is een deel van een chromosoom wat één erfelijke eigenschap maakt

Slide 7 - Tekstslide

Genen
  • Genen staan aan of uit
  • Genen hebben ook paren
  • Als ze aan staan, maken ze eiwitten aan die voor iets zorgen.
  • Voorbeeld:  volgende slide

Slide 8 - Tekstslide

Genotype, fenotype en milieu
Bij Himalaya konijnen en Siamese katten wordt de vacht donkerder naarmate ze in een koudere omgeving leven. 
Als het koud is dan staat het gen 'aan', er wordt een  donker eiwit gemaakt wat de vacht ook donker maakt. 
Als het warmer is dan staat het gen 'uit', het maakt geen eiwit, en de wacht is wit. 

Slide 9 - Tekstslide

0

Slide 10 - Video

Genotype
Genotype is de erfelijke informatie voor alle eigenschappen van het organisme (de mens bijvoorbeeld)
  • Je kunt ze niet veranderen!

Slide 11 - Tekstslide

Fenotype
-Je fenotype komt tot stand door je genotype en de invloeden vanuit het milieu.
  • in de zon zitten
  • haar verven
  • tattoo
  • littekens

Slide 12 - Tekstslide

 Genotype, fenotype en milieu
  • Genotype: geheel aan erfelijke eigenschappen. Vastgelegd in het DNA. 
  • Omgeving waarin het individu opgroeit: milieu
  • Fenotype: verschijningsvorm: hangt af van de interactie tussen genotype en milieu
Flamingo's: gen codeert voor witte veren, hun genotype is wit.  Omdat ze kleurstoffen eten (carotenoïden) die naar hun veren en poten gaan zijn ze roze van kleur. Hun fenotype is roze. 

Slide 13 - Tekstslide

Samenvattend
Het genotype waarmee je wordt geboren verandert niet!
Je fenotype kan wel veranderen. 
Hetzelfde genotype, verschillend fenotype
Hetzelfde genotype, verschillend fenotype

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Aan het werk! Bio!
Wat? 5.1 Genotype en Fenotype- opdrachten 1 t/m 11.
Opdracht 4 maak je in je mapje

Waar? In Magister.me in de studiewijzer mens en natuur. 

Klaar? Test jezelf. 
Niet af? Dan is het Huiswerk!!!

timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide