Par. 3.3: Brood en Spelen

Begintaak
Wat is de betekenis van "agrarische-stedelijke samenleving"?

5 minuten
Weet je het niet? Zoek op par. 3.3
Eerder klaar? Lees par. 3.3
timer
5:00
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Begintaak
Wat is de betekenis van "agrarische-stedelijke samenleving"?

5 minuten
Weet je het niet? Zoek op par. 3.3
Eerder klaar? Lees par. 3.3
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Planning
27/11:  Par 3.0 Oriëntatie
30/11: Repetitie bespreken + Par. 3.1 Van stadstaat tot wereldrijk
04/12: Par. 3.1 Van stadstaat tot wereldrijk
07/12: Par. 3.2 Langs de Limes
11/12:  SO par. 3.1 + Par. 3.2 Langs de Limes
14/12: Par. 3.3 Brood en Spelen
18/12: Kerstviering
Kerstvakantie
04/01: Par. 3.3 Brood en Spelen
08/01: Par. 3.4 Het Christendom
11/01: Par. 3.4 Het Christendom
15/01: Par. 3.5 Het einde van het Romeinse Rijk
18/01: Par. 3.5 Het einde van het Romeinse Rijk
22/01: Repetitie H2

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag:
1. Uitleg par 3.3
2. Afsluiten
3. Opdrachten maken (huiswerk voor volgende les)

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
Hoe leefden mensen in de stad Rome?

Slide 4 - Tekstslide

Het Romeinse Rijk


3.3 Brood en Spelen

Slide 5 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Afgelopen les...
  • Agrarische-stedelijke samenleving
  • Rijke grootgrondbezitters: huis in de stad en villa in het platteland.
  • Arme proletariërs...

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg par. 3.3: Brood en Spelen
Het Romeinse Rijk was een AGRARISCHE-STEDELIJKE SAMENLEVING: de meeste mensen leven op het platteland en een klein aantal in de steden. 

Slide 9 - Tekstslide

Rijke grootgrondbezitters
Hadden een huis in de stad en een villa op het platteland.

Slide 10 - Tekstslide

Arme en proletariërs (1)
  • De meeste arme Romeinen waren eerst boeren, maar toen hun landbouwgrond niets opbracht, moesten ze het verkopen en verhuizen naar de stad.  
  • Ze woonden in een insula.
  • Proletariërs: werklozen en zonder bezittingen. (proles = kinderen).
 

Slide 11 - Tekstslide

INSULA

Slide 12 - Tekstslide

Arme en proletariërs (3)
  • Hulp van de rijke ontvangen in ruil voor stemmen en straatgevechten.
  • Er waren meer armen dan rijken. 
  • Gladiatorengevechten, om te voorkomen dat de armen in opstand komen. 

Slide 13 - Tekstslide

Vrije en slaven
  • Slaven: waren eigendom van hun baas. Er waren verschillende  "soorten" slaven. 
  • Vrijgelatene: 
- Pas de kinderen een vrijgelatene waren echt vrij en hadden burgerrechten!
 - Mochten blijven werken voor hun bas en kregen een loon. Op dit manier kon een vrijgelatene rijker worden dan een vrije, werkloze Romein.

Slavenopstanden kwamen niet veel voor, maar gebeurde er wel en leidde tot paniek.

Slide 14 - Tekstslide

Ontspanning voor rijk en arm
  • Een gezonde geest kan niet zonder een gezond lichaam. 
  • Baden met warm- en koud water en stoombaden. 
  • Een plek waar rijke Romeinen elkaar ontmoetten. 
  • Er waren ook thermen voor armere mensen. 

Slide 15 - Tekstslide

Gladiatoren
  • Vooral voor de gewone volk. 
  • De gladiatoren vochten tegen elkaar of wilde dieren. 
  • Soms waren er schijngevechten, soms vochten ze op leven en dood.
  • Gladiatoren konden vrijgelaten worden, maar sommige bleven hun beroep uitoefenen om geld te verdienen. 

Slide 16 - Tekstslide

Afsluiten
Hoe leefden mensen in de stad Rome?

Slide 17 - Tekstslide

Opdrachten maken en bespreken (is dit al af?)
Par. 3.2 opdrachten 4, 7 en 8
Par. 3.3 opdrachten 2, 3, 4 en 5

Voor vandaag:
Par. 3.3 opdrachten 6, 7a, 9a en 10
 

Slide 18 - Tekstslide